Griekenland

Ooit was de Griekse kookkunst een van de meest verf ijnde van de Oude Wereld. Nu is het een eenvoudige keuken gebaseerd op verse ingredienten van het land of uit zee. Heel lekker zijn de kleine hapjes of gerechtjes die voor de maaltijd worden gegeten, de mezedes. Ze gaan van gevulde druivenbladeren (dolmades) en een pasta van lompvissen (taramosalata), een dipsaus van komkommer en yoghurt (tzatziki), een aubergineslaatje (melitzano salata) of een auberginepuree tot witte schapenkaas (feta), gebakken en geroosterde inktvis en keftedakia, kleine gehaktballetjes. De hoofdmaaltijd kan bestaan uit geroosterde of gegrilde vis; of uit inktvis die onder meer met een wijn- of tomatensaus wordt bereid of wordt gevuld met rijst, pijnappelpitten en rozijnen. Vis kan in de oven worden gebakken met olijven, in beignetbeslag worden gefrituurd en geserveerd met knoflooksaus (psari me skordalia) of verwerkt in vissoep (kakavia), een soort bouillabaisse. Garnalen worden gebakken, in de oven bereid met tomaten en fetakaas of bereid met rijst, tomaten en paprika. Bekende vleesgerechten zijn exochiko, gestoofd lamsvlees met aardappelen en verse groente in een bladerdeeg; stifado, een stoofpotje van rund- of kalfsvlees met knoflook en tomaten lamsragout met okra’s; kip met citroen of de overbekende moussaka; nog een overblijfsel van de Turkse overheersing: een mengsel van aubergine, gehakt en eieren. Net zoals in Turkije worden gebakjes meestal van filodeeg gemaakt, een flinterdun bladerdeeg dat wordt gekneed zoals het Oostenrijkse Strüdeldeeg. Met filodeeg worden de baklavas gemaakt, gebakjes gevuld met een mengsel van noten en suiker en na het bakken gedrenkt in honingstroop. Ook typisch zijn yaourtopitta, een luchtige yoghurtcake of anijskoekjes met amandelen; amandelgebak, amandelcake en in de oven bereide appelen met honing.