Maximale lengte 5 cm, meestal 2-3 cm. Kleur als de ‘gewone’ kokkel. Schelp met 22-28 radiale ribben; bros. Breder dan de ‘gewone’ kokkel, aan de achterzijde iets gerekt. Aan de binnenzijde lopen de radiale ribben door tot aan de umbo, dit in tegenstelling tot bij de ‘gewone’ kokkel. Leeft in brak water en in water met sterk wisselend zoutgehalte.
Voorkomen/vangst: In Europa van de Oostzee tot de Middellandse Zee, vooral in Italiaanse kustlagunes; in Nederland in het Grevelingen meer en de Waddenzee.
De Waddenzee kokkel is het gehele jaar leverbaar. Let op, de natuur laat zich niet dwingen. Als de winterperiode erg koud is dan is de kokkelsterfte groot en de aanvoer slecht. De periode waarin dit schelpdier zich voortplant is hoofdzakelijk in de maand juli tot en met augustus. De kokkelstand in de Waddenzee wisselt elk jaar in grootte. In jaren met weinig kokkels kunnen schelpdieretende vogels zoals eidereenden onvoldoende voedsel vinden. Tijdens jaren met weinig kokkels gaan er veel vogels dood. Sinds 2005 mag er niet meer met grote schepen op kokkels gevist worden in de Waddenzee. Sindsdien zijn er weer meer kokkels gekomen.
Kokkels De schelp is dikschalig en meestal iets langer dan hoog. De schelp heeft een heterodont slot met stevige geprononceerde cardinale tanden en laterale tanden. De umbo (top) ligt ongeveer in het midden. Vanuit de umbo lopen meestal 22-28 platte ribben waarop smalle schubjes staan. De tussenribruimten zijn veel smaller dan de ribben zelf. Aan de binnenkant van de schelp lopen de groeven die corresponderen met de ribben aan de buitenzijde niet door tot aan de top. De schelprand is door deze tussenruimten en ribben iets gekarteld. Beide kleppen zijn tegengesteld gekarteld waardoor de uitsteeksels van de ene klep in de uitsparingen van de andere klep grijpen. Dit geeft de Kokkel een stevige constructie.Op de schelp zijn groeilijnen parallel aan de onderrand zichtbaar. Een aantal groeilijnen vallen meer op dan de overige.Deze komen overeen met een periode van weinig of geen groei gedurende het koude seizoen en kunnen dus als jaarringen gezien worden. De schelpen van de Kokkel en de Brakwaterkokkel lijken veel op elkaar. Er zijn verschillen in vorm, beribbing, het slot , de dikte, enzovoort. Geen van deze kenmerken op zich is voldoende om de schelpen van beide soorten te onderscheiden. Men moet naar een combinatie van kenmerken kijken om meer zekerheid te hebben. Een betrekkelijk goed kenmerk is de relatieve lengte van de ligamentdrager. Deze is bij de Brakwaterkokkel naar verhouding veel korter dan bij de Kokkel. Kokkels kunnen ongeveer 10 jaar oud worden.Kokkels behoren tot de infauna en leven van het intergetijdengebied tot een waterdiepte van ongeveer 15 meter. Een optimale habitat vormt het intergetijdengebied van de Wadden en grote strandvlakten. De Kokkels zijn bestand tegen een emersietijd van enkele uren. Kokkels komen het meeste voor in zand dat niet te fijn of te modderig is, in gebieden met een matige stroming. Ze leven dicht onder de oppervlakte van het zand, waarbij alleen de twee sifons boven het zand uitsteken. Door de ene buis worden water en voedsel naar binnen gezogen en de andere buis wordt gebruikt als uitscheidingssifon, waardoor dan het water en afval worden verwijderd. Deze sifons bezitten verder enige rode lichtreceptoren die licht en donker kunnen waarnemen, zodat de kokkel ze bij nadering van een schaduw kan terugtrekken en de twee gaatjes laten verdwijnen. Jongere en dus kleinere Kokkels kunnen zich ook snel dieper ingraven, tot wel zo’n twintig centimeter. De soort is euyhalien en verdraagt zoutgehalten tussen 15 en 40 promile. De Kokkel is een filtervoeder en leeft van plankton en ander in het water zwevend voedsel. De Kokkel is 1 van de algemeenste diersoorten aan de Nederlandse en Belgische kust en is vooral erg algemeen in de Waddenzee. Voor de Nederlandse en Belgische kust komen bijna geen levende Kokkels voor, alhoewel er bij een storm wel eens veel kunnen aanspoelen. De laatste jaren is er veel ophef geweest over de mechanische Kokkelvisserij en is deze volledig aan banden gelegd door natuurorganisaties. Op dit moment vindt er slechts nog kleinschalige visserij met de hand plaats. Kokkels worden veel gegeten. In Spanje worden Kokkels mede verwerkt in de paella en in andere gerechten. Kokkels worden veel ingeblikt door conservenfabrieken en zijn een ware delicatesse.Mede door de milieuvriendelijke vistechnieken verdienen onze kokkels het predicaat waddengoud. Tekst: http://www.meromar.nl/nl/Kokkels |