Maximale breedte 4 cm, lengte van de grootste schaar bij de mannetjes tot 7 cm. Overheersende kleur meestal paars, de rug en de looppoten soms met een gele zweem; grootste schaar van de mannetjes wit tot geel; over het algemeen zijn de mannetjes feller gekleurd dan de vrouwtjes. De carapax is trapeziumvormig, vooraan breder dan achteraan, zonder mediane of antero-laterale tanden en over de volledige oppervlakte grof gekorreld. De chelipeden zijn spaarzaam met stijve haren bezet. De mannetjes hebben één opvallend grote schaar (tot 2 maal zo lang als het rugschild), waarvan de vingers eveneens grof gekorreld zijn. Looppoten met gekartelde en behaarde randen. Leeft in de getijdenzone, op standen met een zand- en slibbodem. Voorkomen/vangst: Oostelijke Atlantische Oceaan, van Zuid Portugal en Zuid-Spanje tot Angola; niet in de Middellandse Zee
Home » Artikelen » Productinformatie » Schaal en Schelpdieren » Schaal en Schelpdieren soorten » KRAB, WENK- (Uca tangeri).