Ronde, langwerpige of enigszins afgeplatte vrucht, tot 30 cm, met een gladde, gegroefde, geribbelde en soms met een netwerkstructuur overdekte schil. Kleur, afhankelijk van ras en variëteit, geel, wit, oranje, groenachtig of grijsoker. Het vruchtvlees varieert van kleur, het kan oranje, groenachtig, wit, geel of roodachtig zijn. Ook smaak en aroma lopen zeer uiteen. In het midden van de vrucht ligt een met vocht gevulde ruimte waarin zich de talloze pitten bevinden. Oorsprong: Midden-Azië (waarschijnlijk). Rassen: Amarillo liso, Charentais, Elche, Galia, Gewone meloen of Hollandse netmeloen, Honey Dew, Muskusmeloen, Ogen (meloen), Oranje ananas of Tijgerananas, Persian of Ronde netmeloen, Tendral, Witte suikermeloen.