Maximale lengte 6,5 cm, meestal 4-5 cm. Kleur wit, donkerbruin periostracum. Schelp bestaat uit twee delen met gelijke kleppen. Slot ongeveer een kwart van de achterzijde van de schelp. Schelp met 40 of meer radiale ribbels, die naar achteren toe geleidelijk minder geprononceerd zijn. Slot met tanden, dit in tegenstelling tot de witte boormossel. Leeft in de getijdenzone en iets dieper, tot op 8 m, in stevige klei, veen, hout of kalksteen. Voorkomen/vangst: Atlantische Oceaan, van Noorwegen tot Senegal: Noordzee, Middellandse Zee, Zwarte Zee. Ook aan de oostkust van de VS. In onze streken algemeen, vooral in veenbrokken.
Home » Artikelen » Productinformatie » Schaal en Schelpdieren » Schaal en Schelpdieren soorten » MOSSEL, AMERIKAANSE, BOOR(Petricola pholadiformis).