Stamppotten lopen als een rode draad door de Nederlandse eetcultuur. Reeds in 1592 wordt melding gemaakt van de gewoonte ‘om kleine stukken vleesch met wortelen in aarden potten te kooken en dit gerecht, gedurende de geheele week voor iederen maaltijd opnieuw op te warmen, met toevoeging van eenigen verschen voorraad’ zoals Jozien Jobse-Van Putten optekent in ‘Eenvoudig en voedzaam, een cultuurgeschiedenis van de dagelijkse maaltijd in Nederland’. Eenvoudig en voedzaam was het zeker.
Calvinistisch maathouden heeft door de eeuwen heen een overheersende rol gespeeld in de Nederlandse keuken: eten was bedoeld als maagvulling, niet om ervan te genieten. Ook de stichting van huishoudscholen, einde 19de eeuw, die meisjes uit de lagere sociale lagen een eenvoudige en voedzame keuken wilden aanl eren, had een noodlottige invloed op de Nederlandse keuken. Want niet de beoogde bevolkingslaag, maar meisjes uit de burgerij kwamen erop af. Zij leerden een slap aftreksel van de goede burgerkeuken en hebben dat generaties voortgezet. Alhoewel dit allemaal, bij het begin van deze 21ste eeuw, afgezwakt magworden. Want nog nooit was er in Nederland zoveel belangstelling voor lekker eten en culinair genieten. De klassieke Nederlandse keuken lijkt daarbij soms volledig vergeten en wordt ingenomen door Franse, Italiaanse, Aziatische bereidingen en andere fusiongerechten.
Het enige echte Nederlandse fusiongerecht is de Indonesische rijsttafel, een Nederlandse creatie uit de vroegere kolonies. Klassiekers uit de Nederlandse keuken zijn erwtensoep, bruine bonen met spek, aardappelsla, uitsmijter (brood belegd met kaas of luxe vleeswaren, met daarop drie gebakken spiegeleieren en gegarneerd met allerlei groentengarnituur), de reeds genoemde stamppot die onder meer met boerenkool (krulkool), snijbonen of witte bonen wordt gemaakt en waarbij Gelderse rookworst de beste begeleider is; aardappelen met zuurkool, schelvis met botersaus, gestoofde paling, gerookte paling, maatjesh aring, duif met doperwten, speculaas en kruidkoek, Limburgse vlaaien, drop, poffertjes en oliebollen.