De pH is een uitdrukking voor de zuurgraad van een waterige oplossing. De pH is gelijk aan de negatieve logaritme (met grondtal 10) van de concentratie H3O+-ionen. De eenheid van concentratie is hierbij mol/liter. In formulevorm:
pH = -log[H3O+]
- De pH-schaal is een schaal die voor waterige oplossingen praktisch loopt van 0 tot 14. De pH van een neutrale waterige oplossing ligt bij kamertemperatuur rond de 7.
- Lager dan 7 betekent dat de oplossing zuur is. Daarbij geldt, hoe zuurder een oplossing is (hoe meer H3O+), hoe lager de pH-waarde wordt. De sterke zuren hebben een lagere pH dan de zwakke organische zuren.
- Boven 7 wil zeggen dat de oplossing basisch is, deze oplossingen worden ook wel logen (enkelvoud: loog) genoemd.
pH | |
14 | natronloogoplossing van 1 mol/l |
13 | natronloogoplossing of kaliloogoplossing van 0,1 mol/l |
11,5 | huishoudammonia (verdunde ammoniak) |
10,5 | zeepsop |
9,5 | bleekwater |
7,4 | menselijk bloed |
7 | zuiver, gedestilleerd water (neutraal) |
6,7 | melk |
6,5 | speeksel |
5 | licht zure regen |
4,5 | tomaten, druiven |
4,3 | bier (smaakt niet zuur vanwege hop bitterheid,alcohol en dextrines). Lambic of een Geuze is meestal lager dan 4 |
3,4 | wijn (smaakt niet echt zuur door het effect van tannines en alcohol) |
3 | azijn, zuurkool |
2 | maagzuur, citroensap, coca-cola (smaakt niet zuur vanwege het hoge suiker gehalte) |
1 | accuzuur (zwavelzuur) |
0 | zoutzuur (1 mol/l), zwavelzuur (1 mol/l) |