In trossen groeiende (en vaak ook zo verkochte) rode of bruingele vruchten, 4 tot 8 cm in doorsnee en bezet met lange zachte stekels of haren die het fruit een warrig uiterlijk geven. Het vruchtvlees (eigenlijk de zaadrok) is glazig-wit van kleur, saprijk en zoet met een aantrekkelijk aroma, zij het iets minder smakelijk dan dat van de litchi. De naam komt van het Maleise ramboet, hetgeen ‘haar’ betekent. Oorsprong: Maleisië, Indonesië.
Home » Artikelen » Productinformatie » Fruit » RAMBOETAN (Nephelium lappaceum).