De naam ‘sangiovese’ zou zijn afgeleid van sanguis jovis, het ‘bloed van Jupit er’. Hoewel Toscane de herkomst van deze druif claimt, is de gehele Italiaanse laars ermee beplant. Sangiovese vormt het voornaamste bestanddeel van Chianti, Brunello di Montalcino en Vino Nobile di Montepulciano en van een reeks ambitieuze Toscaanse wijnen die schaamteloos tot vino da tavola zijn gedegradeerd. Synoniemen zijn sangiovese toscano, sangioveto, morellino, brunello, prugnolo gentile en vele andere. Wijnstijl: Alles draait bij de Sangiovesewijnen om de juiste klonen. Alleen deze kunnen zeer hoogwaardige wijnen leveren, overwegend donker van toon, uiterlijk en smaak. Ze hebben een hoog tannine- en alcoholgehalte. Jong gedronken geven ze speelse suggesties van zoete en bittere kersen, aangevuld met de diepe tonen van kruiden en specerijen. Iets bitters is Sangiovese niet vreemd; wie daar doorheen proeft gaat van de wijn houden. Eenmaal gerijpt krijgt hij dat verrukkelijke pruimachtige fruit, niet zelden in combinatie met enigszins aardse aspecten van truffel en paddestoel. Ook spannende donkere tonen van chocolade en koffie verrijken dan het geheel.