Maximale lengte 13 cm, meestal 10-12 cm. Kleur wit tot geelachtig, periostracum olijfbruin. Schelp stevig, gapend aan beide einden. Lijkt op de strandgaper, maar is daarvan te onderscheiden door het ontbreken van de grote, uitstekende slottand in de linkerklep. Duidelijke groeiringen. Leeft in zandige, maar vooral in slikkige bodems, van de laagwaterlijn tot in 100 m diep water. Waarschijnlijk bestaan er meerdere, sterk op elkaar gelijkende soorten of variëteiten van dit dier dat diep (enkele decimeters) ingegraven in de bodem leeft. De ruw aanvoelende sipho’s steken juist boven het zand uit; na terugtrekken laten ze een ovaal gat achter. Voorkomen/vangst: Oostelijke Atlantische Oceaan, van Noorwegen tot Zuid-Afrika; Middellandse Zee. Algemeen in zuidelijker wateren, zeldzaam in de Noordzee.
Home » Artikelen » Productinformatie » Schaal en Schelpdieren » Schaal en Schelpdieren soorten » SCHELP, OVALE SLIJK- (Lutraria lutraria).