Onderschatte edele druivenvariëteit die voor het merendeel met sauvignon blanc wordt vermengd als basis voor de grote zoete wijnen van Sauternes & Co en soortgelijke wijnen van elders. Sémillon levert weelderig fruit en een rijke, vettige smaak; de druif is geliefd om haar vatbaarheid voor nobele rotting. Synoniemen zijn in Amerika en Australië semillon (zonder accent) en in Zuid-Afrika wyndruif en groendruif. Wijnstijl: Wijn van de sémillon heeft vaak een vleugje citrus, een wasachtige geur en (in NieuwZeeland) een hint van kruisbes, maar altijd in combinatie met een volle structuur. Sémillon wordt vooral veel gebruikt omwille van het relatief hoge alcoholgehalte bij een laag zuurgehalte. Zo vormt hij een perfecte aanvulling op aromatische wijnen die een beetje dun in de mond zijn. Hij is vooral interessant in combinatie met de Sauvignon blanc, zeker wanneer het ensemble in eiken vaten wordt gerijpt. De wijn krijgt dan rijpe tonen van honing, toost en ietsjes exotisch fruit, geflankeerd door de frisheid van citroen of limoen. In de mond is een zekere romige textuur te merken, met de kenmerkende zachtheid van lanoline. De sémillon is ook populair om de vatbaarheid van deze druif voor de pourriture noble. Ondergaat de druif deze gunstige rotting aan de wijnstok, dan ontstaat een van ‘s werelds mooiste zoete dessertwijnen. Deze heeft een gouden gloed en waaiert een parfum uit met elementen van ananas, perzik, abrikoos, vijg, meloen, munt, noten, honing, toffee en eikenhout.