Tegenwoordig wordt suiker in allerlei producten vervangen door zoetstoffen. Zoetstoffen worden onder andere gebruikt in zoetjes, ‘light’ producten, suikervrije kauwgom, suikervrije hoestsiroop, suikervrije keeltabletten en nog veel meer. Op deze producten staat dan ook op het etiket vermeld “(gezoet) met zoetstoffen”. Zoetstoffen worden tegenwoordig veel gebruikt vanwege de eigenschap dat ze geen of weinig calorieën leveren en bovendien geen tandbederf veroorzaken, in tegenstelling tot suiker. Er zijn diverse zoetstoffen in omloop, elk met eigen specifieke kenmerken.
Soorten zoetstoffen. Zoetstoffen verschillen onderling in zoetkracht en chemische eigenschappen: daarom zijn sommige zoetstoffen niet bestand tegen hoge temperaturen en dus niet geschikt om mee te koken en te bakken.
De verschillende zoetstoffen zijn in twee groepen te verdelen, namelijk:
• Intensieve zoetstoffen, dwz met een zoetkracht veel hoger dan suiker
• Extensieve zoetstoffen, dwz met een zoetkracht gelijk of minder dan suiker
Een andere indeling, die grotendeels overeenkomt, is die in energie-leverende en niet-energieleverende zoetstoffen. Aan veel dranken of voedingsmiddelen is niet één enkele zoetstof, maar een combinatie van zoetstoffen toegevoegd. Dit komt omdat elke zoetstof zijn eigen unieke smaakprofiel heeft en er per zoetstof verschillende technische toepassingen mogelijk zijn (bijvoorbeeld verhitten). Er kan dus gekozen worden voor een enkele zoetstof of een combinatie van zoetstoffen, die het beste bij een bepaald product past. Ook is het vaak nodig om bij vervanging van suiker door een intensieve zoetstof (zoals aspartaam) een extensieve zoetstof (zoals sorbitol) toe te voegen, omdat anders het volume van het product sterk verminderd.