> Peerlijsterbes
Fruit
Nog steeds ‘verdwijnen’ er bepaalde fruitsoorten en komen er nieuwe rassen of kruisingsproducten bij. De zogenoemde veredeling, eigenlijk een manipulatie van de natuur, werd al vóór onze jaartelling toegepast. De huidige wetenschap kan zorgen voor een nog hogere opbrengst, een nog grotere resistentie tegen ziekten en een nog gemakkelijker oogstbaarheid. De kunst is om dit niet gepaard te laten gaan met een minder fraai uiterlijk, minder smaak en een korte houdbaarheid. Andere vervoersmogelijkheden en verbeterde koeltechnieken zorgen ervoor dat bepaalde vruchten het gehele jaar door verkrijgbaar zijn, ook buiten het natuurlijke oogstseizoen. Soms wordt de bloei- en vruchtvorming kunstmatig uitgesteld, een van de redenen waarom ook de aardbei tegenwoordig in elk seizoen verkrijgbaar is. Hieronder volgt een lange lijst eetbare vruchten, gewone en exotische.
LIME
> Limoen
LIMEQUAT
> Citrangequat
LIMOEN, LEMMETJE, LIME (Citrus aurantifolia).
Rond of enigszins langwerpige vrucht, 2 tot 5 cm lang of in doorsnee, groen of groengeel van kleur. Het vruchtvlees is lichtgroen en is geuriger en aromatischer dan dat van de citroen. Er zijn verschillende rassen, die zelden onder naam in de handel zijn. Oorsprong: Maleisië.
LITCHI (Litchi chinensis).
Ronde vruchten die groeien in trossen van soms wel 30 exemplaren maar meestal los worden verkocht. Ze zijn 3 tot 5 cm in doorsnee en hebben een dieproze tot bruingele schil. Deze wordt al na een paar dagen hard maar is gemakkelijk te verwijderen. Het vruchtvlees is wit of geelwit van kleur en enigszins glazig. […]
LOBI LOBI (Flacourtia inermis).
Tijdens het rijpingsproces van groengeel tot paarsrood verkleuren de, ronde vrucht met een doorsnee van 2 tot 3 cm. De smaak van de rijpe vruchten is fris-zuur. Onrijpe vruchten worden veelal op zoetzuur gezet, o.a. in atjars en zowel koud als warm geserveerd. Oorsprong: waarschijnlijk Indonesië
LOGANBES (Rubus loganobaccus).
Grote, lange (tot 5 cm) en kegelvormigezamelvrucht (zie bij braam), purperrood tot zwart van kleur en met sappig doch kwetsbaar vruchtvlees. Waarschijnlijk een omstreeks het eind van de vorige eeuw in Californië (door J.H. Logan) gewonnen kruising tussen een braam en een framboos. Oorsprong: Verenigde Staten.
LONGAN (Dimocarpus longan, syn. Euphoria longana).
Min of meer ronde vruchten, 3 tot 4 cm in doorsnee en met een oranje schil die echter al binnen 24 uur na de oogst verkleurt tot beigebruin. Deze schil, die doorgaans glad is maar soms ook bezet met wollige haren (als bij een perzik), wordt snel hard. Ze blijft echter gemakkelijk te verwijderen. Het […]
LOQUAT, JAPANSE MISPEL, NEFFEL (Eriobotrya japonica).
Enigszins peervormige vruchten, 3 tot 9 cm lang en, afhankelijk van de variëteit, bleekgeel tot dieporanje van kleur. Onder de dunne tere schil bevindt zich het sappige, oranje vruchtvlees waarvan de smaak het midden houdt tussen die van een appel en een abrikoos. In het vruchtvlees liggen 4 tot 9, verhoudingsgewijs grote pitten ingebed. Oorsprong: […]
LULO (Solanum quitoense).
Plat- of hoogronde vrucht, 3 tot 6 cm hoog en geel tot helderoranje van kleur. De schil is dik en leerachtig en bezet met korte, harde haren (soms zijn deze in het productieland al verwijderd). Het geelgroene vruchtvlees is verdeeld in compartimenten die zijn gevuld met zacht, geleiachtig vruchtvlees en talloze zaden. De smaak is friszuur […]
MADRONE (Rheedia acuminata, syn. R. madruno).
Gelige, vrijwel ronde vrucht, ongeveer 10 cm in doorsnee en met een harde schil die vergelijkbaar is met die van de litchi. In de vrucht bevinden zich 2 tot 5 tamelijk grote pitten. Het weinige vruchtvlees smaakt zuur en heeft vrijwel geen aroma. Oorsprong: Zuid-Amerika
MALAQUINA (Citrus sp.).
Platronde, tamelijk grote vrucht (ca. 10 cm in doorsnee) met een gemakkelijk te verwijderen, bruinoranje schil. Het lichtoranje vruchtvlees is sappig en zoet, heeft een duidelijke mandarijnsmaak en bevat weinig of geen pitten. De malaquina is een kruising van mandarijn en sinaasappel. Oorsprong: Uruguay (kweekproduct).