Bakleverworst maken was een taak van de boerin. Zij had het meest werk aan het schoonmaken van de darm, het omhulsel van de worst. meestal werden de varkens of runderdarmen met een mes of een stuk hout op tafel afgeschraapt. als er geen darmen beschikbaar waren gebruikte men alternatieven genaaide zakken van linnen, oude overhemden en ondergoed. Gevuld met ingredienten werden de darmen of zakken opgehangen in de nok van een schuur om te drogen. Na de jaren 60, onder andere door de opkomst van zwaardere keuringsregels, verdwenen veel van deze huisslachterijen. Overigens maakte de natuurdarm in 1970 plaats voor een kunstdarm die de houdbaarheid van de worst verhoogde.
Vroeger werd de bakleverworst (ook wel leverbeuling genoemd) in de schoorsteen te drogen gehangen. Leverbeuling is vandaag de dag bijna niet meer bij de slager te koop. De bakleverworst wordt voor gebruik aan beide kanten in hete vet, dus vroeger meestal reuzel gebakken.
Herkomst: Nederland.
Hoofdbestanddelen: varkenslever, varkenskopvlees, spekblokjes, bouillon,boekweitmeel. Toevoegingen: witte peper, noot-muskaat, kruidnagel, kardemon, vanillesuiker en pekelzout.
Natuurdarm: kromme runderdarm, kromme varkensdarm of runderzakeind.
Bereiding: grondstoffen voorbroeien – verkleinen – mengen – afvullen – koken.
Structuur: fijne en grove lever, spekdelen (8 mm).
Variaties: Twentse bakleverworst, Gewöhnliche Bratleberwurst, Limburgse bakleverworst.
Bijzonderheden: wordt gebakken gegeten.