Bisschopwijn is warme wijn met kruiden als kaneel, kruidnagel, citroenschil en suiker. De naam is afkomstig van bisschop Sint Nicolaas. Bisschopwijn hoorde bij een ouderwetse Sinterklaasavond. Bisschopwijn moet twee uur trekken en wordt zo warm mogelijk geserveerd in grote wijnglazen. De drank mag bij de bereiding niet koken, omdat dan de alcohol verdampt.
De drank is eigenlijk dezelfde als de meer bekende glühwein die traditioneel rond de kerst gedronken wordt.