Een Chinese delicatesse, die gemaakt wordt van een eendenei, noemt men Duizendjarig Ei. Waarom men dit Ei zo noemt is een raadsel, want de eieren zijn circa 100 dagen en geen duizend jaar oud. Een Duizendjarig Ei maakt men onder meer door een eendenei circa 100 dagen te bewaren in een mengsel van houtskool en ongebluste kalk. Echter, een meer gebruikelijke methode is het ei te plaatsen in een mengsel van klei en water.
Het ei zit in de klei waardoor het ei gedurende een tamelijk lange periode te bewaren is. Het resultaat is een ei waarvan het eiwit een geleiachtige vorm heeft, transparant amberkleurig is en het eigeel donkergroen tot zwart is.
Overigens is de naam ‘Duizendjarig Ei’ niet door Chinezen bedacht maar vermoedelijk door Westerlingen. Chinezen noemen deze eieren Songhuadan of Pidan. Respectievelijk ‘Pinusboombloesem ei’ of ‘Ei met vel’.
Hoe te gebruiken?
Voorzichtig pellen en even afspoelen onder de kraan. In partjes snijden, op een bordje leggen, samen met wat superfijn gesneden verse gember en besprenkelen met zwarte (zoete) rijstazijn. Of samen met blokjes silken tofu en allerlei smaakmakers als salade serveren. In Azië eet men het graag door de congee (rijste-stijfselpap). In de ijskast nog vele maanden te bewaren.