Bast van de cassiaboom of de gladde bast van de kaneelboom. In stokjes of poedervorm.
Kaneel, al een oude specerij, komt van de plant Cinnamomum zeylanicum. De naam is afgeleid van het Italiaanse cannella dat ‘rietje’ betekent en verwijst naar de vorm van de gedroogde binnenkant van de boombast. Deze rolt na het bewerken en drogen op tot pijpje (‘pijpkaneel’). De specerij, die ten onrechte ook wel eens kassia wordt genoemd, wordt gebruikt in zoete nagerechten, gebak, koek, ge-stoofd fruit, hartige rijstgerechten en
in praktisch alle bloedworst- en balkenbrijsoorten.