Het meeste vlees van de kangoeroe komt uit Australië. Jaarlijks wordt door de regering bepaalt hoeveel dieren er afgeschoten mogen worden. Dit afschot is noodzakelijk omdat er veel te veel kangoeroes zijn. Het vlees is rood en heel mager. Bovendien heeft het een hoog proteïnegehalte en bevat het veel mineralen. Het vlees is afkomstig van dieren die hun hele leven in de vrije natuur hebben doorgebracht, puur scharrelvlees dus. Kangoeroevlees wordt geslacht en verwerkt in EU goedgekeurde slachterijen en volgens HACCP normen. Vanwege de grote afstand naar Europa en Amerika wordt het meeste vlees bevroren verscheept.
Er is geen echt slacht- of jachtseizoen voor kangoeroes, het vlees wordt het gehele jaar geïmporteerd en geslacht. Wel is er regelmatig geen aanvoer door overstromingen in bepaalde gebieden.
Het eten van exotische dieren spreekt tot de verbeelding, maar vaak valt de smaak tegen. Zo lijkt bijvoorbeeld de smaak van slang en krokodil verdacht veel op die van kip. De kangoeroe valt mee, de beste delen kunnen wedijveren met runderbiefstuk.