Het konijn (Oryctolagus cuniculus) is een zoogdier uit de familie der hazen en konijnen (Leporidae). Niet-jagers halen veel dieren uit deze familie makkelijk door elkaar, terwijl verwarren eigenlijk onmogelijk is. Een wild konijn is de kleinste Europese afstammeling van de haas. Hazen hebben een roodbruine vacht met een witbruine ondervacht, bij wilde konijnen is de vacht vaalgrijs tot blauwgrijs met grijs onderhaar. Een haas heeft lange oren met zwarte punten die zo lang zijn als zijn kop, een wild konijn heeft kortere oren met grijsbruine punten. Wilde konijnen hebben fijn en delicaat lichtrood vlees met een subtiele wildsmaak.
Tamme konijnen zijn afstammelingen van wilde konijnen. Ze worden al eeuwenlang gekweekt en waren vanaf de zeventiende eeuw overal ingeburgerd. België is altijd toonaangevend geweest in het fokken van raskonijnen. Vooral in Vlaanderen en ook in Zuid-Nederland is altijd al veel konijn verbruikt. Het werd het ‘huisdier van de arme man’ genoemd en dat heeft in de kaart van de consumptie gespeeld. De professioneel gekweekte konijnen worden meestal geslacht als ze 11 tot 12 weken oud zijn en gemiddeld 2,5 kg wegen. Dan zijn de smaak, de malsheid, de kleur en de samenstelling van het vlees ideaal. Een pluspunt is de samenstelling van het vlees van de gekweekte konijnen, vooral voor mensen die veel aandacht besteden aan een gezond voedingspatroon. Het vlees is namelijk caloriearm, rijk aan eiwitten en mineralen, arm aan cholesterol en vet en licht verteerbaar. Ook bevat het vlees veel vitaminen van de B-groep. Deze samenstelling van het vlees heeft het konijn te danken aan zijn voedingspatroon: een konijn eet onder andere sojakoek, dat rijk is aan linolzuur en granen, die rijk zijn aan eiwitten en aan linol- en linoleenzuur, twee belangrijke essentiële vetzuren.
Als je een heel konijn koopt let dan op de volgende kenmerken: een korte nek, plooibare voorpoten, goed gevleesd, weinig vleesvet, spierwit niervet en een wit-rozige vleeskleur. De lever moet er egaal en wat bleek uitzien en mag geen donkere verkleuringen hebben. Ook het vlees van een tam konijn is licht van kleur, jonge konijnen hebben los vel tussen de oren dat gemakkelijk ingescheurd kan worden. Konijn wordt meestal vers aangeboden, maar er is ook diepgevroren konijn in de handel. Dit wordt meestal vanuit China aangevoerd. Deze dieren zijn lichter en kleiner en hebben een lagere kwaliteit. Ontdooide konijnen kan je herkennen aan hun vochtige huid, die overigens bruiner is dan bij een vers konijn.
Op deze link vindt een aantal klassieke gerechten met konijn.
Wil Demandt in zijn voormalig restaurant Bordewijk in Amsterdam bereidt een wild konijn tot knien in t zoer, konijn in het zuur.