TRUFFEL, ZOMER- (Tuber aestivum): Niet in Nederland. Ondergronds op kalkbodems bij beuk, tamme kastanje of altijdgroene eik. Mei tot oktober. Grootte vruchtlichaam 2-10 cm; een onregelmatige ruwe bolvorm, bedekt met talloze zwarte ‘wratjes’. Zwartbruin van keur. Bij doorsnijden fraaie gemarmerde binnenzijde. Het vruchtlichaam zit geheel ondergronds. Geur aards; smaak is nootachtig. De zwarte zomertruffel lijkt erg op de herfsttruffel, maar het vruchtvlees is nog lichter van kleur.
Daarbij is de smaak ook iets minder sterk. Vlees stevig, bleek grijsgeel, dan donkerbruin, gemarmerd met grillige witte aders. Geur sterk, aangenaam. Sporenkleur gelig-bruinig.
Verspreiding en Oogst:
- Habitat: Zomertruffels groeien voornamelijk in kalkrijke, goed doorlatende bodems. Ze worden vaak gevonden in bossen, vooral onder eiken, hazelaars en beuken.
- Verspreiding: Ze komen voor in verschillende delen van Europa, waaronder Italië, Frankrijk, Spanje, en delen van Centraal- en Oost-Europa.
- Oogstperiode: De oogstperiode voor zomertruffels loopt meestal van mei tot september, afhankelijk van de regio. Hoogseizoen in Juni/Juli.
Bewaring: Zomertruffels worden meestal vers gebruikt, maar kunnen ook worden ingevroren of geconserveerd in olie of boter om hun aroma langer te behouden. Bewaren doe je het beste door ze in de koelkast in een gesloten pot met keukenpapier (tegen vocht) te leggen. Verbruik de truffel zo vers mogelijk, bewaar max. 1 week. Elke dag verliest uw truffel wel wat smaak, aroma en gewicht
Symbiose: Zomertruffels leven in symbiose met de wortels van bepaalde bomen. Deze symbiotische relatie helpt de bomen bij de opname van voedingsstoffen en water, terwijl de truffels suikers en andere voedingsstoffen van de bomen krijgen.