De ui, uienbol bestaat uit een aantal vlezige rokken (schubben), omsloten door enige droge vellen. De buitenste rokken bevatten pigmenten, die paarse, rode of uiteenlopende gele tinten veroorzaken. Bij witten uien ontbreekt dit pigment. De ui bevat veel suiker en een kenmerkende, vluchtige olie die de typische uiensmaak veroorzaakt. Afhankelijk van de samenstelling van deze olie is een ras zoet, halfscherp of scherp van smaak. Oorsprong: Vermoedelijk MiddenAzië, Pakistan en Noordwest-India. De wildvormen in deze landen vertonen veel overeenkomst met de huidige cultuurrassen.
Gele rassen: Buffalo, Exhibition (type Ailsa Graig), Hybriderassen, Noordhollandse Strogele, Rijnsburger, Senshyu Yellow, Sturon, Stuttgarter Riesen, Zittauer. Rode rassen: Brunswijker, Noordhollandse Bloedrode, Renared. Witte rassen: Albion, White Sweet Spanish.
Uiensoep maken.