Dierlijk plankton, waarmee vele waterdieren zich voeden. Wordt ook bevist door de industrievisserij.
Larvale fase
Levensfase als larve, de vorm waarin de meeste vissen, maar ook schelp- en schaaldieren, uit het ei komen.
Litoraal
Kustgebonden.
Paaigronden
Gebieden waar vissen in de paartijd samenscholen om kuit te schieten.
pcb’s Polychloorbifenylen.
pcb’s Polychloorbifenylen. Niet-afbreekbare chemische gifstoffen die als vervuiling in het watermilieu voorkomen en zich ophopen in het vetweefsel van organismen aan het einde van de voedselketen.
Pelagische vissen
In volle zee vrijzwemmende vissen, niet gebonden aan de bodem, de bovenste waterlagen of de kust.
Plankton
Verzamelterm voor meest microscopische kleine dierlijke en plantaardige organismen in het zeewater; dient als voedsel voor allerlei waterdieren
School
Aaneengesloten menigte vissen van één soort.
Spronglaag
Overgangslaag – in tropische zeeën permanent, in gematigde streken ‘s zomers – tussen relatief zwaar, koud dieptewater en warm, licht oppervlaktewater, met een sterk temperatuurverval. De bovenste laag is arm aan voedsel en leven.
SURIMI
Surimi wordt veelvuldig genuttigd in verschillende Aziatische landen. Surimi is een uit Japan afkomstig woord dat verwijst naar een product gemaakt van witvisfilet (vaak blauwe wijting ), die vermalen is tot pasta en vermengd is met verschillende andere bestanddelen. En is verkrijgbaar in uiteenlopende vormen, smaken en texturen. Het meest gangbare surimiproduct voor de Westerse […]
Vinstralen
Uitwendige graten waarmee de vinnen worden ondersteund.
Vlokreeften
Zeer kleine schaaldieren die deel uitmaken van het dierlijke plankton.