Beschuit wordt al meer dan 2000 jaar gegeten. Op hun lange veldtochten namen de Romeinen al twee keer gebakken brood mee, een harde plak deeg. Dit ´biscotum´ was erg praktisch, omdat het klein, licht, voedzaam en bijna niet aan bederf onderhevig was. Eenzelfde soort product werd later ook als proviand meegenomen op zeilschepen. Deze ´scheepsbeschuit´ was het belangrijkste voedsel voor de scheepslui. Doordat er in de Gouden Eeuw (1600-1700) veel grote zeilschepen vanuit de Zaanstreek vertrokken voor hun lange overzeese tocht, groeide het aantal beschuitfabrikanten in die streek tot 150. Tegenwoordig zijn er nog maar vier fabrikanten, die samen zorgen voor de totale Nederlandse beschuitproductie. Pas in de 18e eeuw is het product gaan lijken op de knapperige beschuit zoals we die tegenwoordig kennen.
Voor het eerst gebruikten de bakkers gist in hun deeg. Hierdoor werd de beschuit luchtiger en minder hard. Later voegden de bakkers ook eieren en suiker aan het deeg toe. Van het deeg bakten de bakkers beschuitbollen die na dit eerste bakproces in tweeën werden gesneden. Deze halve bollen werden vervolgens nog een tweede keer gebakken. Het product kreeg in die dagen de naam ´tweeback´, omdat het in twee fasen werd gebakken. Langzamerhand werd deze naam vervangen door het Franse biscuit (bis = twee en cuit = gebakken), wat weer verhollandst is tot beschuit.
Voedingswaarde
Energie | Energie | Water | Eiwit | Koolhydraten | Suikers | Vet | Verzadigde vetzuren | Enkelvoudig onverzadigde vetzuren | Meervoudig onverzadigde vetzuren | Cholesterol | Vezels |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
386 kcal | 1616 kJ | 6,4 g | 12,3 g | 70,8 g | 9,1 g | 5,5 g | 2,6 g | 1,7 g | 1,2 g | 32,0 mg | 3,5 g |