Groenten met een hoog suikergehalte – worteltjes, meiknolletjes, kleine uitjes, kastanjes, snijboontjes, peultjes – zijn geschikt om te worden geglaceerd. De groenten moeten altijd eerst geblancheerd worden. Vervolgens wordt in een sauteuse (een roestvrij stalen koekenpan van 5 cm hoogte met ronde hoeken) een kleine hoeveelheid bouillon of water aan de kook gebracht. Na toevoeging van een beetje suiker en boter wordt de vloeistof ingekookt en gaan de groenten erbij.
Deze worden omgeschud om ze geheel te bedekken met de verkregen stroop. Het toevoegen van een beetje suiker aan het eind van het proces verhoogt het glaceereffect.