Waarom toch wordt wie van wijn drinken een ritueel maakt spottend bejegend, terwijl men de nog veel ingewikkelder Japanse theeceremonie volstrekt serieus neemt? Beide komen immers in wezen op hetzelfde neer. Gezamenlijk iet moois maken het drinken van een bepaalde drank waar men van houdt. Men haalt er dan voor de theeceremonie het Zen-boeddhisme bij, terecht overigens, maar zo zou men bij het wijndrinken de christelijke mysteriën kunnen betrekken. Misschien is het het exotische, het vreemde van een totaal andere cultuur dat de Japanse ceremonie serieus maakt.
En wat snobisme betreft: de theeceremonie zoals die nu bewonderend bekeken wordt, was uitsluitend bedoeld voor de aristocratie en eigenlijk veel elitair dan de wijn ceremonie.
De eerste zaadjes voor de theeplant werden omstreeks duizend jaar geleden door een boeddhistische monnik vanuit China in Japan ingevoerd. De theeceremonie, sado, is in de 15de eeuw ontstaan, Gebaseerd op het ceremoniële theedrinken van de Chinese Sung-keizers, als poging om de schoonheid, reinheid harmonie te brengen in het dagelijks leven. De grote theemeester Senno-Rakiyu, een Zen-boeddhist uit de hoge Japanse adel, heeft deze geperfectioneerd en tot op de dag van vandaag volgt men nu zijn regels. Er zijn twee hoofdlijnen, de “machishu dad0’voor de adel.Deze is verder kobori enshu en wordt nu op de Enshu-theeschool toegepast en onderwezen.
Alles is toegespitst op eenvoud en zuiverheid. Gastheer en gasten moeten elkaars standpunt respecteren en in geen geval mag er een discussie ontstaan. Alles wat men ziet en ervaart moet van de puurste eenvoud zijn. Het theehuis, dat veel families in de tuin hebben is van hout, met riet gedekt. Slecht een enkele bloem, een enkel schilderij mag de ruimste sieren. Altijd moet er niet ontbreken aan de volmaaktheid, het tuinpad mag niet geheel schoon zijn. Er moeten nog een paar blaadjes liggen, bloemen mogen nooit precies in het midden staan, en rondom de vaas moeten nog enkele druppels liggen.
De theemeesters draagt een kimono van eenvoudige stof, in eenvoudige, onopvallende kleren. De theeketel is van ijzer. Vaak met stukjes ijzer op de bodem om het zachte zingen van het water te bevorderen. Geen verfijnd kleurig porselein voor de theekommen, maar eenvoudig aardwerk in de stille kleuren van de aarde. Maar wel volmaakt van vorm. En verder eenvoudig bamboegereedschap. De thee echter moet van de allerbeste kwaliteit zijn. groene marcha-thee, jonge topblaadjes, op een hete plaat gedroogd en tot poeder gemalen.
Het Okura hotel had theemeester Kobori, dertiende generatie van theemeesters en hoofd van de Enchu-school, uitgenodigd om ons westerlingen deel te laten nemen aan een traditioneel theeceremonie. Men had echter, om ons haastige ongeduld niet teveel op proef te stellen, de gebruikelijke tijd van vier uur bekort tot een halfuur en we hoefden ook niet te knielen, maar mochten op een stoel zitten. De theemeester bracht , knielend, boven het fraaie komfoor het water tot 80°C. De theekom wordt zorgvuldig schoongewreven, daarna nog met water en een kwastje uitgewreven, gecontroleerd of er geen stofje is achter gebleven en afgedroogd.
Dan wordt de theepoeder erin geschept, de juiste hoeveelheid water toegevoegd en met een bamboeklopper doorgeklopt. De kom wordt daarna aan de gast aangeboden. Deze buigt eerst even na de gast die naast hem zit, als excuus dat je eerder thee drinkt dan hij. Je neemt de kom aan met je rechterhand en zet die dan op de linker, terwijl je met je rechter de kom vasthoudt. Je tilt de kom tot ooghoogte en maakt weer een kleine buiging, als dank dat je van zoiets mag genieten. Dan de kom naar de borsthoogte, en een slag draaien, want je mag nooit drinken van de rand die je gastheer voor je heeft geplaatst. Je neemt een slokje en zegt dat het goed smaakt. daarna drink je de kom tot de bodem leeg.
Dan veeg je de rand schoon met duim en wijsvinger en bewonder je de dr fraaie vorm, waarna je de kom weer draait zodat de voorkant nu naar de gastheer wijst. Dan mag je de kom met de rechterhand neerzetten. En de thee? Prachtig heldergroen met wit schuim, zoiets als spinaziesoep met wat opgeklopte room. En de smaak ook wat spinazieachtig, met een ietsje peterselie en koriander.