Een ouwel is een lichtgebakken papierdun vel van waterdeeg zonder gist. In de banketbakkerij wordt ouwel gebruikt als onderlaag voor koekjes. Ouwel heeft een bijzondere betekenis in de Rooms-katholieke kerk. De hostie (Latijn hostia: offer) die door de consecratie tijdens de mis verandert in het lichaam van Christus, bestaat uit ouwel. Dit wordt gebruikt omdat het brood dat Jezus Christus op de vooravond van
Pasen tijdens het laatste Avondmaal uitdeelde aan zijn discipelen, ook ongegist brood was. Hij deelde namelijk matses uit. Voor het gebruik van ouwel bestaat ook een praktische reden. Tijdens bepaalde feesten wordt de hostie op het altaar tentoongesteld. Vaak blijft het daar liggen voor enkele dagen. Gewoon brood zou oudbakken worden of schimmelen. Ouwel blijft goed.