Volgens een legende zat in 2737 v. Chr. de Chinese keizer, Shen Nung, onder een boom met een gekookt kopje water toen er uit de boom blaadjes vielen in zijn kopje gekookt water. De boom was een Camellia Sinensis. De blaadjes begonnen hun smaak en kleur aan het water af te geven. Nieuwsgierig nam de keizer een slok. De smaak beviel hem goed en hij noemde de nieuwe drank thee.
Een andere legende beschrijft dat de oorsprong van het theedrinken bij een heilige boeddhistische monnik die ruim 2000 jaar geleden leefde, ligt. De monnik was grondlegger van het zenboeddhisme. Hij besloot zeven slapeloze jaren de leer van het boeddhisme te bestuderen, maar in het vijfde jaar van bezinning en gebed viel hij bijna in slaap. De monnik nam een aantal bladeren van een nabijgelegen boom en begon deze te kauwen. De gekauwde bladeren gaven hem weer energie en hij was in staat om wakker te blijven. Sufte de monnik weer in dan herhaalde hij het kauwen van de bladeren en zo was de monnik toch in staat de zeven jaren van bezinning en gebed vol te houden. Onmogelijk om te achter halen of dit de werkelijkheid was, maar thee drinken werd een deel van de cultuur in China.
Thee duikt voor het eerst op in documenten rond het jaar 750 v. Chr. in India. Daar gebruikte men namelijk bladeren van een inheemse theeplant waar onder andere de djarleerling-thee uit is ontstaan.
In begin van de 17e eeuw bracht de Nederlandse-Oost Indische Compagnie de eerste theeblaadjes naar Amsterdam. Vanuit Amsterdam werd de thee verspreid naar andere landen in West-Europa. Omdat theebladeren in die tijd erg duur waren, dronken alleen de rijken thee.
De geschiedenis van thee in Rusland begon ook in de 17e eeuw. De eerste thee werd aangeboden aan de toen Russische ambassadeur Czar Micheal in 1618. De ambassadeur probeerde de drank maar vond het niet lekker en sloeg verder aanbod af. In 1689 probeerde men opnieuw thee in te voeren in Rusland en deze keer had men succes. Thee werd, net als in alle andere landen, een drank die alleen door de rijken gedronken werd.
De Britse East India Company begon rond 1660 thee te importeren. Zij deden dit toen als cadeau aan Karel II en Catherine van Braganza in verband met hun huwelijk. En dat bleek een ommekeer in Groot-Brittannië te zijn. De thee was een grote hit onder de prinses die eerst alleen maar koffie dronk. Op deze manier werd thee een trendy drankje en rond 1750 was thee de meest gedronken drank in Groot-Brittannië. Vandaag de dag is thee nog steeds razend populair in Groot-Brittannië. Het is de mondiale nummer 3 in theeconsumptie per persoon.