Lepel voor het eten van ijs sorbets.
Glossarium bediening
Het vak ‘gastheerschap’ is voortgekomen uit de gewoonten onder adel en aristocratie. Als deze op reis gingen, namen ze doorgaans de complete staf mee. Later ontdekten herbergiers en hoteliers dit gat in de markt en zorgden er met vakbekwaam personeel voor dat het de gasten aan niets ontbrak. Halverwege de 18de eeuw raakte men er aan gewend in hotels en herbergen dezelfde persoonlijke zorg te ontvangen die men thuis gewend was. Gastheerschap is een uitgebreid vakgebied waartoe onder meer kennis van het hotel- en restaurantbedrijf, menuleer, drank- en wijnkennis, duur van bereidingstechnieken en commerciële en communicatieve vaardigheden behoren. De verklarende woorden- en begrippenlijst hieronder geeft een overzicht van de terminologie zoals die in het vak gangbaar is.
SPECIALE GELEGENHEDEN
Bij speciale gelegenheden als een koud buffet, diner-dansant, modeshow, receptie, vergadering of lezing zijn bij voorbereiding, wijze van verstrekking en gang van zaken tijdens de maaltijd extra voorzieningen nodig. Vaak wordt gekozen voor combinaties van zelfbedieningsmethoden met uitserveer- en inzetmethoden
SPOOM
Benaming voor een pauzedrank tussen de gerechten, op basis van suiker of suikersiroop, citroensap, muskaatdruiven en opgeslagen eiwit.
STIRR
Roerstokje.
SUIKERTANG
Tang voor het hanteren van suikerklontjes
TAARTSCHEP
Schep voor het serveren van taart en gebak.
TAFELLAKEN
Ligt op het molton. Dient goed schoon, gestreken en gevouwen te zijn.
TAFELLEPEL
Lepel voor soepen die in het bord worden geserveerd en voor meelspijzen. Ook: deel van een serveerbestek.
TAFELMES
Mes voor onder andere hoofdgerechten van vlees, wild en gevogelte.
TAFELRÉCHAUD
Apparaat voor het warmhouden van borden en gerechten. Sommige zijn elektrisch of branden op gas; andere zijn uitgerust met spiritusbrander, waxinelichtje of brandpasta. Zorg voor korte lonten en gevulde tankjes.
TAFELVORK
Vork voor hoofdgerechten, meelspijzen en groenteschotels. Ook: deel van een serveerbestek.
Tang voor het serveren van gebak.
Vork voor gebak, taart, andere patisserie en culinaire cocktails.