Kop.
Cephalothorax
Kopborststuk; ontstaan door vergroeiing van kop (cephalon) en borststuk (thorax).
Cervicale groef
Halfcirkelvormige insnijding, ongeveer halverwege de carapax, die het rugschild in twee ongelijke velden verdeeld. Vooral bij rivierkreeftjes prominent aanwezig.
Chela
Schaar in de vorm van een nijptang.
Chelipeden
Schaardragende looppoten
CLAM (Mercenaria mercenaria, syn. Venus mercenaria).
Maximale lengte 13 cm, meestal 5-8 cm. Kleur grijs tot grijsbruin; periostracum grijsbruin; binnenzijde wit met helder violette randen of omgeving van sluitspieraanhechting. Breed eivormig. Schelp dik met ruwe, concentrische lijnen en zwakke radiale lijnen. Leeft in het wild in stenige en schelpenrijke modder, van de getijdenzone tot in ca. 10 m diep water. Voorkomen/vangst: […]
Concentrisch
Duidt bij tweekleppigen op de structuur van de schelp die parallel loopt aan de groeirand.
Corail
Gastronomische benaming voor de voortplantingsorganen van schelpdieren, schaaldieren en stekelhuidigen.
CREUSE
Zie oester, japanse.
DADELMOSSEL
Zie mossel, dadel.
Diatomeeën
Kiezelwieren. Eencellige algen.
DIEPWATER-SPRINGKRAB,
Zie krab, diepwater-spring-.