Lengte maximaal 10 cm, meestal 5,5-8,5 cm. Roze tot roodbruin van kleur, soms iets bleker op de flanken; pereopoden wit met hier en daar een rozige schijn; pleopoden wit met rode of bruinrode vlekken; uropoden felrood, bruinrood of donkerbruin met achteraan een opvallende witte boord. Carapax en abdomen zijn dicht behaard. Het rostrum is licht […]
GARNAAL, BRUINGEVLEKTE MANTIS- (Squilla mantis).
Maximale lengte 20 cm, meestal 12-18 cm. Overwegend geelachtig tot geelbruin van kleur, de kielen soms naar blauw of rood neigend; de thoracale en abdominale segmenten hebben achteraan een zwarte dwarsstreep; twee karakteristieke witomrande donkerkastanjekleurige vlekken op het telson. Lichaam met opvallende overlangse kielen, die tot op het laatste abdominaal segment doorlopen. Het laatste lid […]
GARNAAL, CARAMOTE- (Penaeus kerathurus, syn P. trisulcatus, syn P. caramote).
Lengte maximaal 23 cm, meestal 11-17 cm. Mannelijke dieren zijn meestal helder van kleur met roze dwarsstrepen op het abdomen; de vrouwelijke dieren zijn groen- tot grijsgeel, met kopergroene of bruinpaarse strepen; uropoden als bij de kurumagarnaal. De carapax is glad. Het rostrum vertoont geen overlangse richtel op de zijkanten en draagt bovenaan 8-13 tanden. […]
GARNAAL, GEKIELDE NYLON- (Heterocarpus ensifer).
Maximale lengte, 12,5 cm, meestal kleiner. Vlot te herkennen aan de drie prominente overlangse kielen op de carapax en aan de typische vorm van het derde en vierde abdominaal segment: deze dragen een mediane kiel, die naar achter in een opvallende, grote tand uitloopt. Het rostrum is zowel boven als onder over de volle lengte […]
GARNAAL, GEVLEKTE (Metapenaeus monoceros).
Lengte maximaal 19,5 cm, meestal 8-15 cm. Carapax en abdomen zijn rozig, grijsgroen of witachtig, met bruine vlekken; rostrale en abdominale kiel bruin; antennen rood; uiteinden van de uropoden paarsblauw. Carapax en abdomen hebben een donzig uiterlijk. De bovenzijde van het rostrum heeft 9-12 tanden, de onderkant is niet getand. De postrostrale kiel loopt door […]
GARNAAL, GEWONE STEUR- (Palaemon serratus, syn. Leander serratus).
Lengte maximaal 11 cm, meestal 5-8 cm. Transparant, meestal met roodbruine dwarsbanden op het abdomen en enkele overlangse en schuine piigmentstrepen op de carapax; de pereopoden hebben levendig rode en gele strepen. Het rostrum is minstens even lang als de cephalothorax en op het uiteinde licht opwaarts gebogen. De bovenzijde van het rostrum heeft 7-11 […]
GARNAAL, GROENE TIJGER- (Penaeus semisulcatus).
Lengte maximaal 24 cm, meestal 13-22 cm. De algemene ondertoon van de kleur is bleekbruin, soms groenachtig; dwarsbanden op de bovenkant van carapax (bleekgeel) en abdomen (bleekgeel tot grijsbruin); pereop oden en pleopoden rood tot grijsbruin, met witte, soms naar blauw neigende vlekken; de voorste helft van de uropoden is geelachtig, de achterste helft blauw- […]
GARNAAL, KURUMA- (Penaeus japonicus).
Lengte maximaal 24 cm, meestal 16-19 cm. Kleur bleekgeel tot rozig; donkerbruine dwarsbanden op rostrum, carapax , abdomen en uropoden; pereopoden en pleopoden geel met blauw en achteraan afgezoomd met een rode franje. De carapax is glad. Het rostrum vertoont aan weerzijden een overlangse richel; bovenkant met 9-11 tanden, onderkant met slechts één tand. Telson […]
GARNAAL, MEDITERRANE PANTSER- (Sicyonia carinata syn. S. sculpta).
Lengte maximaal 8 cm, meestal 3-6 cm. Donker olijfgroen tot bronsgroen van kleur, met bruine vlekken of bruin gemarmerd; op het abdomen soms geelomrande donkerbruine vlekken. Zwaargebouwde soort met een stevige carapax en een opvallend hard abdominaal pantser. Het rostrum heeft bovenaan 6-7 forse tanden, waarvan één boven de oogholte en 3 op de carapax; […]
GARNAAL, NOORDZEE-, GRIJZE GARNAAL, GEWONE GARNAAL (Crangon crangon).
Maximale lengte 9 cm, meestal 4,5-8 cm. Grijsbruin van kleur, soms met een donkere dwarsband over het vierde abdominaal segment. Het rostrum is dorsoventraal afgeplat, steekt niet of nauwelijks voorbij de ogen uit, is vooraan afgerond en heeft geen zijwaartse stekels. De garnaal kan van kleur veranderen om zich aan te passen aan de ondergrond […]
GARNAAL, OOSTZEE- (Palaemon adspersus, syn. Leander adspersus).
Lengte maximaal 8 cm, meestal 3-6 cm. Transparant, zonder duidelijke kleurbanden of lijnen, uitgezonderd opvallende donkere vlekjes op de onderste helft van het rostrum, die de soort onderscheiden van de overige Palaemonidae. Het rostrum is recht, iets korter dan de cephalothorax. Langs de bovenzijde staan 5-8 tanden (meestal 6 of 7), waarvan één achter de […]
GARNAAL, POSIDONIA- (Palaemon xiphias, syn. Leander xiphias).
Maximale lengte 6,5 cm, meestal 3-6 cm. Egaal groen tot bruingroen, zonder vlekken of strepen. Het rostrum is lang (duidelijk langer dan de cephaltohorax), slank en licht opwaarts gebogen; langs de bovenzijde 7-8 tanden, waarvan 1 of 2 achter de oogholte; onderzijde 4-5 tanden. De zijwand van de carapax draagt, ongeveer onder de oogholte, twee […]