Maximale lengte 13 cm of soms groter, meestal 6-10 cm. Variabel van kleur; bruinachtig periostracum. Grondvorm rond, met soms aan weerszijden van het slot asymmetrische ‘oortjes’; de vorm varieert echter sterk, al naar de herkomst. Schelp helften ongelijk; de linker klep is schotelvormig, de rechter plat. De schelp is samengesteld uit verkalkte hoornige schubben. Het […]
Schaal en Schelpdieren soorten
Maak kennis met de omvangrijke wereld van de schaal- en schelpdieren. Per soort worden de belangrijkste kenmerken gegeven, alsmede de gebieden van herkomst. In de praktijk bestaat er op dit terrein veel onduidelijkheid. De groep weekdieren (die ook in dit hoofdstuk zijn ondergebracht), en dan met name oesters en mosselen, kent veel meer soorten dan menigeen denkt. De inktvissen vormen eigenlijk weer een aparte groep. Ten slotte zijn er dan natuurlijk de schaaldieren, zoals de garnaal en de kreeft. Om eventuele verwarring te voorkomen is ook de Latijnse naam vermeld.
OESTER, JAPANSE, PACIFISCHE, CREUSE (Crassostrea gigas).
Maximale lengte 20 cm of nog meer, gewoonlijk 7,5-15 cm. Kleur vuilwit met bij jongere exemplaren paarse banden. Vorm variabel, meestal langgerekt en onregelmatig. Schelp met scherpe, omgekrulde schubben. Een van de kleppen (de linker) is hol, de andere plat. De holle schelp is zeer dik en soms voorzien van holle of met vocht gevulde […]
OESTER, PORTUGESE (Crassostrea angulata).
Als de japanse oester, echter vaak langer en slanker en met een duidelijke paarse aanhechting van de sluitspier. Wordt door sommigen als dezelfde soort beschouwd als de Japanse, en zou dan in de 16e eeuw door Portugese schepen van Portugal naar Japan (of omgekeerd) zijn gebracht. Voorkomen/vangst: Voordat een ziekte deze soort in de jaren […]
OESTER, ZADEL-, PAARDEZADEL (Anomia ephippium).
Maximale lengte 6,5 cm, meestal 4-5 cm. Schelp dun en doorschijnend, vuilwitroze, iriserend. Neemt vaak vorm en kleur aan van de ondergrond. Schelpen ongelijk. Meestal rond, maar onregelmatig van vorm. De bovenste (holle) schelp is met een verkalkte byssusbundel aan de ondergrond vastgehecht. Deze bundel loopt door een zeer typerend inbochting in de onderste (platte) […]
OOSTZEEGARNAAL
Zie garnaal, oostzee-.
PAARDEMOSSEL
Zie mossel, paarde-
PAARDEZADEL
Zie oester, zadel
PALOURDE
Zie schelp, tapijt-
PANTSERGARNAAL
Zie mediterrane garnaal, pantser-.
PELIKAANSVOET (Aporrhais pespelecani).
Doorsnede 3,5-5 cm. Kleur witroze tot grijswit. Schelp stevig, torenvormig gewonden met 10 windingen. Karakteristieke schelpvorm met vier vogelpootvormige uitsteeksels op de buitenste winding. Algemeen in zandige, maar ook op hardere bodems, op waterdiepten van 10 tot 80 m. kan plaatselijk in zeer grote aantallen voorkomen. Graaft zich in de bodem in met behulp van […]
PIJLINKTVIS
Zie inktvis, pijl-.
PLATSCHELP
Zie schelp, plat.