Stervrucht.
Oosterse keuken
De Oosterse keuken is zéér gevarieerd en verdeeld naar geografische ligging en klimaat. Ook cultuur en religie bepalen mede de samenstelling van de voeding in Verre Oosten. Als basisingrediënten gebruikt de Oosterse keuken vis, schaal- en schelpdieren, gevogelte, vlees en wild, waarvan alle delen gebruikt en verwerkt worden. Verder vormen groenten een groot deel van de maaltijd, aangevuld en op smaak gebracht met een keur aan verse kruiden en al dan niet gemengde specerijen. Deze hebben niet alleen een smaakfunctie maar ook een conserverende werking. De benodigde eiwitten in de voeding zijn afkomstig uit het assortiment vis , schaal- en schelpdieren, gevogelte, vlees en wild en eieren; de koolhydraten voornamelijk uit graanproducten, waaronder vooral rijst.
BLOEDCLAM
Populair schelpdier in de Thaise keuken; in onze streken echter niet vers te koop. Kan vervangen worden door de gewone clam (Mercenaria mercenaria).
BO
Rundvlees.
BO VIEN
Soep met rundvleesballetjes.
BOEMBOE
Fijngewreven kruidenmengsel. Voor veel Indonesische gerechten is een kant-en-klaar boemboemengsel te koop.
BOERI
Geelstaartmakreel (Seriolo dumerili).
BOK CHOY (pak-choi)
Variëteit met donkergroene bladeren van de Chinese kool.
BONEN
Veelgebruikte varianten van kousenband en sperziebonen.
BONENKOEK (tau-fu)
Verse vierkante koeken van gepureerde en geperste sojabonen.
BONENSPRUITEN (ah-choi).
Taugé.
BONITO
Schaafsel van gefermenteerde Bonito tonijn.
BOOMOREN (mook-yi).
Gedroogde eetbare paddestoelen met een veerkrachtige structuur.