Geweekte en gekookte bruine bonen, gepureerd en vermengd met moes van verse tomaten.
PURÉE CONTI (linzenpuree).
Zie: Purée Esaü
PURÉE CRÉCY (worteltjespuree).
Geschilde worteltjes, gekookt, uitgelekt en gepureerd, iets ingekookt met boter en room en vermengd met purée de pommes.
PURÉE DE CÉLERI EN BRANCHES (puree van bleekselderij).
Gepareerde en geschilde bleekselderij, gekookt, uitgelekt en gepureerd, vermengd met stevige aardappelpuree en op smaak gebracht met boter.
PURÉE DE CÉLERI RAVE (puree van selderieknol).
Geschilde aard appelen en knolselderij, in stukken gesneden en gekookt, uitgelekt, gepureerd en op smaak gebracht met kokende melk en boter.
PURÉE DE CHAMPIGNONS (puree van champignons).
Fijngehakte champignons, in boter en room gestoofd, vermengd met dikke sauce béchamel en op smaak gebracht met vers geraspte nootmuskaat.
PURÉE DE CHICORÉE (andijviepuree).
Gesneden en geblancheerde witlof, in boter gestoofd, gepureerd en vermengd met dikke sauce béchamel.
PURÉE DE CHOUX DE BRUXELLES À LA FLAMANDE (puree van spruitjes à la flamande).
Geblancheerd e spruitjes, fijngehakt en in boter gestoofd, vermengd met aardappelpuree en op smaak gebracht met vers gemalen nootmuskaat.
PURÉE DE CROSNES (puree van crosnes).
Geschilde aardappelen, in stukken gesneden en met crosnes (Japanse andoorn) gekookt, gedroogd, gepureerd en vermengd met kokende melk, room en boter.
PURÉE DE FÈVES DE MARAIS (tuinbonenpuree).
Gedopte tuinbonen, gekookt, uitgelekt, gepureerd en vermengd met boter, room en fijngehakt bonenkruid.
PURÉE DE HARICOTS BLANCS À LA BRETONNE (witte bonenpuree).
Geweekte witte bonen, gekookt, vermengd met tomate concassé en gepureerd.
PURÉE DE HARICOTS VERTS (puree van groene boontjes).
Gegaarde groene boontjes of sperciebonen, in boter gestoofd, gepureerd en vermengd met puree van flageolets en crème fraîche of slagroom.