Maximale lengte 40 cm. Gepigmenteerde zijde egaal geelbruin met onregelmatig verspreide en gevormde vlekjes en stippen, onderzijde crèmewit, zwarte vlek in het midden van de bovenliggende borstvin, Lichaam ovaal. Voorste neusgat aan de blinde zijde groot met brede franjekrans. Komt voor op 5-50 m diepte, volgens sommige auteurs tot 350 m. Lijkt veel op de […]
Vis soorten
Hieronder volgt een inventarisatie van de belangrijkste vissoorten uit binnen– en buitenland. Naast de Nederlandse benamingen worden ook de Latijnse namen weergegeven. Door de beschrijvingen en de afbeeldingen zijn ze goed te vergelijken en te herkennen. Wereldwijd komen er duizenden eetbare vissensoorten voor, terwijl de gemiddelde consument er vaak niet meer dan een tien- of twintigtal kan noemen. De moderne conserveringstechnieken en transportmethoden zorgen ervoor dat vissen uit andere werelddelen tegenwoordig overal in onze restaurants en viswinkels verkrijgbaar zijn.
TONG, KEIL-, WIGTONG (Dicologoglossa cuneata).
Maximale lengte 30 cm, meestal tot 20 cm. Gepigmenteerde zijde grijsbruin tot donkerbruin; de borstvin aan de gepigmenteerde zijde heeft in het midden een zwarte vlek. Leeft op zandige modderbodems in warme zeeën op een diepte van 10-100 m, soms 400 m, bij een watertemperatuur die altijd hoger is dan 9°C. Voedt zich met wormen […]
TONG, KLEINS (Solea kleinii).
Maximale lengte 40 cm, meestal 25-30 cm. Gepigmenteerde zijde lichtbruin met donkere vlekken en talrijke witte stippen, borstvin met grote zwarte vlek, overige vinnen zwartachtig. Breder lichaam, dan de keiltong. Leeft op zand- en modderbodems op 20-120 m diepte. Voorkomen/vangst: Oostelijke Atlantische Oceaan, van Zuid-Spanje tot Zuid-Afrika; westelijke en centrale Middellandse Zee.
TONG, MIDDELLANDSE ZEE SCHARRE- (Lepidorhombus boscii).
Maximale lengte ongeveer 40 cm. Geelbruine kleur met twee opvallende vlekken achteraan de rug- en anaalvin. Ogen aan de linkerzijde. Opvallend grote bek en zware onderkaak. Slank lichaam, nogal slap. Komt voor tot op diepten van 700-800 m. Voorkomen/vangst: Westelijk Middellandse-Zeegebied (daar nooit dieper dan 150 m) en langs de Atlantische kusten van Spanje tot […]
TONG, SCHARRE- (Lepidorhombus whiffiagonis).
Maximale lengte ongeveer 50 cm. Gepigmenteerde zijde geelbruin tot grijsbruin met donkere vlekken. Vrij slank. Opvallend grote ogen die dicht bij elkaar staan op de linkerzijde. Doorschijnend, slap lichaam, grote kop en bek. Voedt zich in hoofdzaak met garnalen, krabben en vis. Leeft bij voorkeur op een diepte van ongeveer 200 m. Voorkomen/vangst: Atlantische Oceaan, […]
TONG, SENEGALESE (Solea senegalensis).
Maximale lengte 60 cm. Gepigmenteerde zijde grijsachtig bruin met kleine blauwe vlekjes (verdwijnen bij het dode dier), borstvin vrijwel geheel zwart, lichtgele tot witte vinstekels. Leeft in lagunes en ondiep water, van zout tot zeer brak. Veelal niet dieper dan 100 m. Voedt zich vooral met wormen en schelpdieren. Paait van mei tot augustus. Voorkomen/vangst: […]
TONGSCHAR, STEENSCHOL (Microstomus kitt).
Maximale lengte 70 cm, meestal 20-30 cm. Gepigmenteerde zijde bruin met onregelmatige, gemarmerde donkerbruine tekening met groene en lichtbruine vlekken; onderzijde wit. Ogen op de rechterzijde. Kleine kop en zeer kleine bek met vlezige lippen. Lichaam dik en vlezig. Leeft op steenachtige bodems op diepten van 20-200 m. Voedt zich met wormen en kleine ongewervelde […]
TONIJN (Thunnus thynnus).
Maximale lengte 3,0 m (komt overeen met 560 kg), meestal 2,0 m. Flanken (het lagere deel) en buik zilverwit met kleurloze vlekken. Eerste rugvin geel of blauwachtig, tweede rugvin roodachtig bruin; anaalvin en bijvinnen dof geelachtig met zwarte rand; kielschubben zwart (bij staartwortel). Snelle zwemmer die de oceanen kan oversteken; leeft in scholen. Het noordelijke […]
TONIJN, FREGAT- (Auxis thazard).
Maximale lengte 60 cm, meestal 25-40 cm. Lijkt veel op de valse bonito. Voorkomen/vangst: Wereld wijde verspreiding in tropische en subtropische wateren, echter waarschijnlijk niet in de Atlantische Oceaan.
TONIJN, GEELVIN- (Thunnus alba cares).
Maximale lengte 2 m (komt overeen met 176 kg), meestal tot 1,5 m. Opvallend grote soort. Bij volwassen exemplaren zijn de lange tweede rugvin en de anaalvin geel van kleur. Op de buik vaak een twintigtal verticale lijnen. Komt voor tot een diepte van 100 m. Trekt in scholen, soms ook met andere tonijnsoorten. Voorkomen/vangst: […]
TONIJN, GROOTOOG- (Thunnus obesus).
Maximale lengte 2,4 m (komt overeen met 197 kg), meestal 1,8 m. Grote, zwaargebouwde tonijnsoort. Eerste rugvin geel, tweede rugvin en anaalvin lichter geel, bijvinnen heldergeel met een zwarte rand. Het voedsel, dat zowel overdag als ’s nachts wordt gevangen, bestaat uit vis en inktvis. Is zelf prooidier van tandwalvissen. Een geslachtsrijp vrouwtje paait tweemaal per […]
TONIJN, KLEINE (Euthynnus alletteratus).
Maximale lengte 100 cm (komt overeen met 12 kg), meestal tot 85 cm (7 kg). Donkerblauwe rug met een ingewikkeld patroon strepen, dat zich van achteren af niet verder uitstrekt dan het midden van de eerste rugvin; onderhelft flanken en buik zilverachtig wit; verschillende typische zwarte vlekken tussen borst- en buikvin. Borstvinnen kort. Trekt minder […]