Het verschil tussen pâtés en leverworst is in feite niet zo groot. Pâtés bevat doorgaans een wat groter percentage lever; er zijn minder bindende grondstoffen (zoals zwoerd) in verwerkt en, afhankelijk van het type, meer toegevoegde en smaak verrijkende bestanddelen. Deze variëren van drank en kaas tot fruit, kruiden, knoflook, groenten, champignons en noten. Bovendien heeft pâté doorgaans een andere vorm dan leverworst. Doordat het product niet in natuur- of kunstdarm wordt gestopt, maar gekookt of gebakken in vormen, potten of en croûte (= in een korstdeeg of -fonceerdeeg), wordt het vaak op andere wijze gebruikt. Minder als broodbeleg, bijvoorbeeld, en meer als voorgerecht of als onderdeel van een koud buffet of lunch.
Wegens de bereidingswijze, en waarschijnlijk ook wel in verband met het land van herkomst (Frankrijk), speelt bij pâtés de -garnering vaak een belangrijke rol. Dikwijls zijn de vormen waarin de pâté wordt gegaard bekleed met een spek– of pastalaag of een zgn. varkensnet. De bovenzijde is vaak afgedekt met een gelei- of aspic-laagje waarin, bij wijze van versiering en herkenningsteken, bepaalde toevoegingen zijn verwerkt: plakjes champignon, peperkorrels, stukjes kaas, takjes kruiden, noten, etc. Net als leverworst kan pâté grof van structuur zijn of fijn (room- en crèmepâté) en kan de lever afkomstig zijn van verscheidene slachtdier-, wild- of gevogeltesoorten. Evenals leverworst moet pâté gekoeld worden bewaard. Het -product is nagenoeg even gevoelig voor bederf.
Het verschil tussen een terrine en een paté
Als men het in Frankrijk over een terrine heeft kunnen ze het hebben over de vorm waar je de terrine in maakt maar ook over het gerecht de terrine zelf. Een terrine is over het algemeen een rechthoekige vorm met aan weerszijde handvatten en vaak heeft het ook een deksel. Die deksel geeft meteen het verschil aan tussen het gerecht de terrine en de paté. Een terrine wordt afgedekt met een deksel en een paté met deeg. Een paté is officieel een vleesgerecht met een deegkorst er om heen. En een paté eet je zowel koud als warm terwijl je een terrine bijna altijd koud eet.
Het verschil tussen de twee zit hem ook al in de naam namelijk terrine komt van het woord terre. Terre betekent aarde en een terrine is dus ook vaak gemaakt van vuurvast aardewerk. In het woord Paté zit het Franse woord Pâte wat deeg betekent. De klassieke terrine bestaat meestal uit vlees, wild en gevogelte met kruiden, sterke drank en is omhuld met spek. Vaak was aan de deksel van de terrine al te zien waar de terrine van gemaakt was, door de deksel de vorm te geven van bijvoorbeeld een kip of een konijn.Tegenwoordig worden er steeds meer terrines gemaakt van vis, schaaldieren en groenten. Deze zijn dan vaak omhuld met gelei.
Hierbij een aantal voorbeelden van verschillende PÂTÉS .









Er zijn verhalen bekend in de eerste eeuwen van onze jaartelling de Grieken vlees, groenten en kruiden vermengden en verwerkt in deeg. Paul van Trigt is worst- en vleeswarendeskundige laat zien hoe je Paté en Croûte bereidt. En fornuis Arjan Buwalda van het Dutch BBQ Team laat zien hoe je dit in de Grill Guru deze terrine bakt. Zie voor meer informatie: www.gastropedia.nl