
Culinaire historici zijn het er niet over eens of Franse toast uitsluitend Gallische wortels heeft. Maar je mag aannemen dat wentelteefjes in Frankrijk zijn uitgevonden. De herkomst van het populaire ontbijtgerecht is echter nog een beetje onduidelijk. Tijdens de middeleeuwen werd vaak een beslagproces gebruikt om oude broden smakelijker te maken. Maar waren de Fransen echt de eersten die hun brood doopten en bakten?
Een zeer vergelijkbaar gerecht, suppe dorate , was in de middeleeuwen populair in Engeland.
En dan is er nog de mythe van een herbergier in Albany, New York. Genaamd Joseph French. In 1724 adverteerde hij het gerecht als “French Toast”, omdat hij naar verluidt niet had geleerd om apostrofs te gebruiken. In het Frans wordt het gerecht pain perdu genoemd , wat ‘verloren brood’ betekent, omdat de maaltijd oud of verloren brood recyclet. De ironie lijkt te zijn dat de oorsprong ervan echt verloren is gegaan.
Publicaties
The Oxford English Dictionary citeert 1660 als het jaar waarin “French toast” voor het eerst verscheen, in een boek genaamd The Accomplisht Cook . Bij die bereiding werden echter de eieren weggelaten. Ten gunste van voorgeroosterd brood in een oplossing van wijn, suiker en sinaasappelsap. De Dictionary of American Food and Drink stelt dat het eerste op eieren gebaseerde recept in druk pas in 1870 verscheen; aan het einde van de 19e eeuw verschenen soortgelijke recepten onder de namen “Franse toast“, “Eiertoast“, “Spaanse toast” en zelfs “Duitse toast“.
Nog een verhaal
Een ander onwaarschijnlijk verhaal is dat Franse toast altijd Duitse toast werd genoemd tot de Eerste Wereldoorlog. Toen de verandering om patriottische redenen werd aangebracht. Hoewel wentelteefjes in dit tijdperk zeker landelijk populair werden. Is men het er algemeen over eens dat dit verhaal over het niet respecteren van de Kaiser via het hernoemen van toast ongeloofwaardig is.
Waar komt de naam wentelteefje vandaan
Wentelteefje is in 1623 is voor het eerst waargenomen, in de zin. ‘Ey, waer ick t’huys alleen, ick backte wentel-teven Van suyckert witte broot, en butter-smeerigh vet.’ Deze Oudnederlandse zin verwoordt nog niet de herkomst van de beruchte wentelteef. Het eerste woorddeel, wentel, is in inderdaad de stam van wentelen. Het tweede woorddeel, teef, is volgens het etymologische woordenboek, mogelijk de vervormde naam van gebak. Zo gebruikte men tijdens de 19e eeuw in Dordrecht het woord appelteef. In andere delen van het land gebruikte ze soms andere namen. De Friezen associeerden ‘teef’ met ‘een vrouwelijke hond’ en hierdoor stond het wentelteefje ook wel bekend als ‘gebraden hondsvotjes’. Zo gek klinkt wentelteefje dan nog niet.