Niet gebruiken in gezelschap, ook al staan ze op tafel.
Etiquette
Etiquette is geen keurslijf meer met knellende banden, maar er zijn nog wel regels, normen en waarden. Zij hebben allemaal te maken met het spel tussen mensen en met hoffelijkheid. Gelukkig maar, want goede omgangsvormen zullen het genoegen dat al die overheerlijke wijn-spijscombinaties te bieden hebben, alleen maar vergroten.
TOAST
Bij het uitbrengen van een toast beweegt de spreker zijn gevulde glas in de richting van de toegesprokene. De dames, en degene die wordt toegesproken, mogen daarbij blijven zitten; de heren gaan staan
TUTOYEREN
Vaak een lastige kwestie. Sommige mensen willen helemaal niet met ‘u’ worden aangesproken, anderen weer wel. Vooral een ober kan beter het zekere voor het onzekere nemen en niet te snel overgaan op tuyoyeren. Gasten zouden dat opdringerig kunnen vinden
UITSERVEREN
Obers zullen aan tafel links moeten uitserveren. (behalve als het om soep gaat).
VIS
Van alle vissen wordt alleen haring met een gewoon mes gesneden. Voor alle andere soorten wordt visbestek gebruikt, waarbij van snijden geen sprake is.
VIS FILEREN
Bij sommige vissoorten kunnen gasten (soms) kiezen tussen gefileerd of ongefileerd opdienen. In het laatste geval zal eerst de bovenliggende kant moeten worden schoongemaakt. Daarna moet de vis hapje voor hapje worden losgemaakt – eerst aan de ene en vervolgens aan de andere kant van de graat.
VLEES
Snijden en direct daarna eten. Niet voorsnijden, want dan blijft de smaak niet geheel intact. Voor kinderen wordt op deze regel een uitzondering gemaakt.
WATER
Water bij de wijn kan erg goed zijn. Mensen die tussen het drinken door water gebruiken, genieten langer van de geneugten, van de wijn.
WIJN
Ontkurk oude wijnen ruim voor het gebruik. Mocht de gast bij het proeven nog een zekere stroefheid constateren, dan kan altijd nog gedecanteerd worden.
WIJN EN ETIKET
De ober toont de gekozen wijn met het etiket naar voren aan de gastheer, de gastvrouw of de deskundige in het gezelschap. Deze krijgt vervolgens een beetje wijn ingeschonken om te kunnen keuren.
WIJN EN KNALLEN
Champagne en mousserende wijnen mogen niet met een knal worden geopend. De ober laat de kurk, die onder druk staat, langzaam in de hand naar buiten komen en schenkt daarna meteen in.
WIJN EN KURKENTREKKER
Gebruik bij voorkeur een kurkentrekker met hefbomen of een kantelnok. Zorg ervoor dat de punt van de kurkentrekker niet aan de onderkant van de kurk tevoorschijn komt. Is de kurk uit de fles dan wordt de flessenhals opnieuw afgeveegd