Zie brasem, zee-
ZEEDADEL
Zie mossel, dadel-
ZEEDUIVEL (Lophius piscatorius).
Maximale lengte 1,8 m, meestal tot 1 m. Met een gewicht van 30 tot wel 40 kg. Dergelijke grote/zware exemplaren zijn echter minder geschikt voor consumptie. Bovenzijde roodbruin tot groen grijs met donkere vlekken, onderzijde vuilwit, donkere randen langs borst- en buikvinnen en anaalvin. De voorste rugvinstralen zonder membraan. De eerste met aan het uiteinde […]
ZEEËGEL, GROENE (Psammechinus microtuberculatus).
Maximale diameter 4 cm. De stekels zijn groen, geelgroen of grijsgroen; de schaal is meestal donkergroen, met 10 witte meridiane banden. Het lichaam is zowel bovenaan als onderaan vlak. Het mondveld is volledig bedekt met een mozaïek van ongelijke nauw op elkaar aansluitende en geperforeerde plaatjes. Het lichaam is dicht bezet met relatief korte en […]
ZEEËGEL, ZWARTE (Arbacia lixula).
Maximale lengte 6 cm. De stekels zijn zwart, die op de onderzijde meestal helderbruin; de schaal is roze of grijs, met rode stralen. Het lichaam is enigszins dorsoventraal afgeplat, soms conisch en met een vlakke onderkant. Mondopening en mondveld zijn zeer groot en niet met kalkplaatjes bedekt; anaal veld met 4-5 driehoekige plaatjes. Lange, krachtige […]
ZEEËNGEL (Squatina squatina).
Maximale lengte 2,5 m. Bovenzijde grijsbruin met onregelmatig gevormde donkere vlekken; buik vuilwit. Platte haai met een nietterugwijkende bek. Franjevormige randen voor de neusgaten. Voedt zich voornamelijk met kreeftachtige vis (smelt, platvissen, heek). Levendbarend; in de zomer worden de 25 cm lange jongen geboren. Voorkomen/vangst: Kusten van de Atlantische Oceaan, vanaf de Britse eilanden en […]
ZEEFOREL
Zie forel, zee-.
Zeegras
In relatief ondiepe zeeën veel voorkomende waterplant met lange, lintvormige bladeren.
ZEEHAAN, GRAUWE
Zie poon, grauwe.
ZEEKARPER
Zie karper, zee-
ZEEKAT (Sepia officinalis).
Mantellengte maximaal 50 cm (komt overeen met 4 kg), meestal 20-40 cm. De kleur is zeer variabel: het dode dier is zwart-bruingroen; levend vaak een zebratekening; al naar de gemoedstoestand kunnen kleur en kleurpatroon plotseling sterk veranderen, variërend van bruin met zwarte banden tot groenwit; ook kan het dier de kleur van de ondergrond aannemen. […]
ZEEKOMKOMMER, BRUINE (Holothuria tubulosa).
Maximale lengte 30 cm. Kleur bruin, soms met een rode of paarse glans; buikzijde minder fel gekleurd, meestal met bruine vlekjes. Het lichaam is cilindrisch van bouw, met een dikke, taaie huid. Op de rugzijde uitstulpingen die op een papil eindigen; buikzijde met talrijke podia. De mond wordt omringd door een krans van bloemkoolvormige tentakels. […]