Maximale lengte 1 m (komt overeen met 4,9 kg), meestal 60-75 cm. Zilverachtig van kleur, geen vlekken. Mannetjes gedurende de paaitijd donker olijfkleurig, flanken rood-grijsachtig en karmozijn met paarsachtige strepen. Leeft in de paaitijd in scholen. Is een anadrome soort die grote trekbewegingen maakt en 3-5 jaar op zee blijft. De dieren voeden zich na […]
Vis soorten
Hieronder volgt een inventarisatie van de belangrijkste vissoorten uit binnen– en buitenland. Naast de Nederlandse benamingen worden ook de Latijnse namen weergegeven. Door de beschrijvingen en de afbeeldingen zijn ze goed te vergelijken en te herkennen. Wereldwijd komen er duizenden eetbare vissensoorten voor, terwijl de gemiddelde consument er vaak niet meer dan een tien- of twintigtal kan noemen. De moderne conserveringstechnieken en transportmethoden zorgen ervoor dat vissen uit andere werelddelen tegenwoordig overal in onze restaurants en viswinkels verkrijgbaar zijn.
ZALM, ROZE OF PINK ZALM (Oncorhynchus gorbuscha).
Maximale lengte ongeveer 60 cm (komt overeen met 3,2 kg). Kleur zilverachtig, in de paaitijd met zwarte vlekken. Volwassen dieren krijgen in de paaitijd een bochel of bult in de rug; oudere vissen ontwikkelen bovendien een typische haakbek. Voedsel en trekbewegingen als de zalm. Paait tussen augustus en september. De volwassen dieren blijven een jaar […]
ZALM, SOCKEYE (Oncorhynchus nerka).
Maximale lengte 85 cm. De gemiddelde lengte is erg afhankelijk van het riviersysteem waarin de vis leeft. Groenachtig blauwe rug met zwarte vlekjes. Het paairijpe mannetje heeft een lichtgroene kop, donkergroene kaken die lichter worden naar de onderzijde, een helderrood lichaam en rode vinnen. Het paairijpe vrouwtje is vrijwel eender, maar met gele vlekken en […]
ZALM, VLAG- (Thymallus thymallus).
Maximale lengte 50 cm (komt overeen met 2,3 kg). Bruine rug; grijsgroen getinte, zilverkleurige flanken, met langs de rand van de schubben dunne zwarte lengtestrepen. Opvallend kenmerk is de lange rugvin. Voorkomen/vangst: Zoet watervis. Komt voor in Zuidoost-Engeland, Midden-Europa en de Oostzeelanden. In onze streken zo goed als verdwenen; af en toe waarnemingen van verdwaalde […]
ZANDHAAI
Zie haai, zand-.
ZANDSPIERING
Zie spiering, zand
ZANDTONG
Zie tong, franse.
ZEEBAARS
Zie baars, zee-.
ZEEBARBEEL
Zie mul.
ZEEBRASEM
Zie brasem, zee-
ZEEDUIVEL (Lophius piscatorius).
Maximale lengte 1,8 m, meestal tot 1 m. Met een gewicht van 30 tot wel 40 kg. Dergelijke grote/zware exemplaren zijn echter minder geschikt voor consumptie. Bovenzijde roodbruin tot groen grijs met donkere vlekken, onderzijde vuilwit, donkere randen langs borst- en buikvinnen en anaalvin. De voorste rugvinstralen zonder membraan. De eerste met aan het uiteinde […]
ZEEËNGEL (Squatina squatina).
Maximale lengte 2,5 m. Bovenzijde grijsbruin met onregelmatig gevormde donkere vlekken; buik vuilwit. Platte haai met een nietterugwijkende bek. Franjevormige randen voor de neusgaten. Voedt zich voornamelijk met kreeftachtige vis (smelt, platvissen, heek). Levendbarend; in de zomer worden de 25 cm lange jongen geboren. Voorkomen/vangst: Kusten van de Atlantische Oceaan, vanaf de Britse eilanden en […]