Vlees
DAON SALAM
Indonesisch laurierblad.
DAUN (daoen).
Daun betekent ‘blad’. Daun jerukperut is dus het blad van de djeroek poeroet. In veel Indonesische gerechten wordt het blad van een plant als smaakmaker gebruikt. Meestal worden het meegekookt, soms gefruit.
DENDENG
Dunne lappen gedroogd en gekruid vlees, waarvoor oorspronkelijk hertenvlees werd gebruikt. Tegenwoordig wordt dendeng gemaakt van varkens- of runderlappen. Dendeng wordt gebakken en toegevoegd aan rijst, of als smaakmaker toegevoegd aan gerechten.
DEWI SRI
Godin van de rijst.
DJAGOENG
Maïs.
DJAHE
Gemberwortel; vers, ingemaakt, gedroogd of in poedervorm te koop. Van de wortelstok kunnen schijfjes worden gesneden die na gebruik in een gerecht weer moeten worden verwijderd. De wortelstokken kunnen in de diepvries worden bewaard.
DJAMOER KOEPING
Chinese champignons (gedroogd)
DJEROEK POEROET
Citrusvrucht die enigszins lijkt op een kleine citroen. Zowel het vruchtvlees als het blad (daon) kan worden gebruikt.
DJEROEK-POEROETBLAADJES
Een soort citroenblad. De blaadjes worden met de gerechten meegestoofd en na gebruik verwijderd.
DJINTEN
Komijn; in poedervorm verkrijgbaar. Het is een nogal sterk kruid en moet in bescheiden mate worden gebruikt. In de Indonesische gerechten gaat het bijna altijd om jinten putih, de ‘witte’ djinten.
DUKU
Zoete walnoot.