Lengte maximaal 8 cm, meestal 3-6 cm. Donker olijfgroen tot bronsgroen van kleur, met bruine vlekken of bruin gemarmerd; op het abdomen soms geelomrande donkerbruine vlekken. Zwaargebouwde soort met een stevige carapax en een opvallend hard abdominaal pantser. Het rostrum heeft bovenaan 6-7 forse tanden, waarvan één boven de oogholte en 3 op de carapax; […]
Schaal en Schelpdieren soorten
Maak kennis met de omvangrijke wereld van de schaal- en schelpdieren. Per soort worden de belangrijkste kenmerken gegeven, alsmede de gebieden van herkomst. In de praktijk bestaat er op dit terrein veel onduidelijkheid. De groep weekdieren (die ook in dit hoofdstuk zijn ondergebracht), en dan met name oesters en mosselen, kent veel meer soorten dan menigeen denkt. De inktvissen vormen eigenlijk weer een aparte groep. Ten slotte zijn er dan natuurlijk de schaaldieren, zoals de garnaal en de kreeft. Om eventuele verwarring te voorkomen is ook de Latijnse naam vermeld.
GARNAAL, NOORDZEE-, GRIJZE GARNAAL, GEWONE GARNAAL (Crangon crangon).
Maximale lengte 9 cm, meestal 4,5-8 cm. Grijsbruin van kleur, soms met een donkere dwarsband over het vierde abdominaal segment. Het rostrum is dorsoventraal afgeplat, steekt niet of nauwelijks voorbij de ogen uit, is vooraan afgerond en heeft geen zijwaartse stekels. De garnaal kan van kleur veranderen om zich aan te passen aan de ondergrond […]
GARNAAL, OOSTZEE- (Palaemon adspersus, syn. Leander adspersus).
Lengte maximaal 8 cm, meestal 3-6 cm. Transparant, zonder duidelijke kleurbanden of lijnen, uitgezonderd opvallende donkere vlekjes op de onderste helft van het rostrum, die de soort onderscheiden van de overige Palaemonidae. Het rostrum is recht, iets korter dan de cephalothorax. Langs de bovenzijde staan 5-8 tanden (meestal 6 of 7), waarvan één achter de […]
GARNAAL, POSIDONIA- (Palaemon xiphias, syn. Leander xiphias).
Maximale lengte 6,5 cm, meestal 3-6 cm. Egaal groen tot bruingroen, zonder vlekken of strepen. Het rostrum is lang (duidelijk langer dan de cephaltohorax), slank en licht opwaarts gebogen; langs de bovenzijde 7-8 tanden, waarvan 1 of 2 achter de oogholte; onderzijde 4-5 tanden. De zijwand van de carapax draagt, ongeveer onder de oogholte, twee […]
GARNAAL, REUZENDIEPZEE- (Plesiopenaeus edwardsianus).
Lengte maximaal 33,5 cm en daarmee de grootste garnaalsoort uit de Europese wateren. Kleur overwegend felrood. Bovenzijde van het rostrum heeft slechts 3 tanden. De zijwand van de carapax vertoont een aantal opvallende overlangse en schuin naar boven verlopende groeven en richels. Soms verward met de rode diepzeegarnaal, hetgeen gelet op de toch wel markante […]
GARNAAL, RODCHÉ- (Penaeus notialis syn. P. duorarum notialis).
Lengte maximaal 9,5 cm. Kleur egaal rozerood, soms iets bleker op het adbomen. Onderscheidt zich van de overige besproken Penaeussoorten door een overlangse, door diepe groeven afgelijnde kiel op het laatste adbominale segment en door het ontbreken van stekels of tanden op de randen van het telson. Leeft op slib- en zand-slibbodems, in ondiepe kustwateren (zelden […]
GARNAAL, RODE DIEPZEE- (Aristaeomorpha foliacea).
Lengte maximaal 22,5 cm, meestal 15-18 cm. Kleur egaal felrood. Het rostrum is bij mannelijke dieren vrij kort en bovenaan bezet met 4-6 even ver uit elkaar staande tanden. Bij vrouwelijke dieren loopt het rostrum uit in een lange, slanke licht opwippende punt; de bovenkant is over de volle lengte met tanden bezet. Onderkant van […]
GARNAAL, ROTSPOEL- (Palaemon elegans, syn. Leander squilla).
Lengte maximaal 6 cm, meestal 3-5 cm. Transparant, met afgetekende zwarte dwarsstrepen over de achterzijde van de abdominale segmenten en met dwarse en schuine strepen op de carapax; de lidverbindingen van de pereopoden zijn levendig blauw en geel. Het rostrum is recht, ongeveer even lang als bij de oostzeegarnaal. Van de 7-9 tanden aan de […]
GARNAAL, ROZE DIEPZEE- (Parapenaeus longirostris).
Lengte maximaal 19 cm, meestal 8-16 cm. Kleur oranjeroze met een felrood rostrum en feloranje vlekken aan weerszijden van het abdomen; bij de vrouwelijke dieren schijnen de ovaria als groenige vlekken door de carapax heen. Carapax en abdomen overwegend glad en kaal. Het uiteinde van het rostrum is enigszins omhoog gebogen. Meestal 8 tanden op […]
GARNAAL, ROZE GLAS- (Pasiphaea multidentata).
Lengte maximaal 12,5 cm, meestal 5-10 cm. Doorzichtig, met rode vlekjes. De abdominale segmenten bezitten een scherpe mediane kiel. Acherzijde van het telson holrond tot v-vormig ingesneden. Basis van het tweede pereopodenpaar met 7-12 tanden. Leeft op diepten van 200 tot 2000 m, het talrijkst tussen 500 en 700 m. Voorkomen/vangst: Atlantische Oceaan, rond IJsland, […]
GARNAAL, WITTE GLAS- (Pasiphaea sivado).
Lengte maximaal 8 cm, meestal 4-7 cm. Bijna glashelder, met slechts hier en daar een kleurspatje op het abdomen, de antennen en de pereopoden. De abdominale segmenten hebben geen mediane kiel. De achterzijde van het telson is recht of bolrond, zeker niet ingesneden. Basis van het tweede pereopodenpaar bezet met slechts één stekel. Voor het […]
GARNAAL, ZWEEP- (Dichelopandalus bonnieri, syn. Pandalus bonniere).
Maximale lengte 12 cm, meestal kleiner. Overwegend rozerood gekleurd. Het rostrum is langer dan de carapax en licht opwaarts gebogen; de bovenzijde ervan is vooraan ongewapend en heeft achteraan op regelmatige afstanden van elkaar minstens 10 beweegbare stekels; onderzijde 6-8 tanden, die naar de punt van het rostrum toe in grootte afnemen en verder uit […]
