Zie degenvis, zilveren
Vis soorten
Hieronder volgt een inventarisatie van de belangrijkste vissoorten uit binnen– en buitenland. Naast de Nederlandse benamingen worden ook de Latijnse namen weergegeven. Door de beschrijvingen en de afbeeldingen zijn ze goed te vergelijken en te herkennen. Wereldwijd komen er duizenden eetbare vissensoorten voor, terwijl de gemiddelde consument er vaak niet meer dan een tien- of twintigtal kan noemen. De moderne conserveringstechnieken en transportmethoden zorgen ervoor dat vissen uit andere werelddelen tegenwoordig overal in onze restaurants en viswinkels verkrijgbaar zijn.
BRAAM, POMFRET (Brama brama).
Maximale lengte 70 cm, meestal 40-55 cm. Rug donker groenbruin, flanken zilverkleurig. Pelagische vis in wateren met temperaturen van 12-24°C. Seizoenstrek in kleine scholen. Als in het najaar het water afkoelt, trekken ze vanuit noordelijke wateren de Noordzee binnen; in december-januari stranden er dan elk jaar exemplaren op de kusten, doordat ze er niet in […]
BRASEM (Abramis brama).
Maximale lengte 90 cm. Kop en rug donker grijsbruin, flanken zilverkleurig (jonge vissen) of bronskleurig (oudere dieren), buik zilverwit; vinnen donkergrijs. Onderstandige, uitstulpbare bek. Brasems voeden zich met in de bodem voorkomende insekten en wormen. De toenemende vervuiling van het zoete water in onze streken heeft ertoe geleid dat veel oogjagende vissen (met name roofvissen […]
BRASEM, EHRENBERGS ZEE- (Pagrus coeruleosticus).
Maximale lengte 90 cm, meestal 30-50 cm. Hooggebouwd. Zilverachtig roze met donkerblauwe vlekken op rug en flanken; oude exemplaren hebben onregelmatige vlekken op kop en rug. Een donkere vlek op het eind van de rugvin (staartzijde); staartvin roze en in de gevorkte staart een zwarte rand, overige vinnen blauwachtig of rozeachtig. Kustbewoner (tot 200 m […]
BRASEM, GERINGDE ZEE- (Diplodus annularis).
Maximale lengte 24 cm, meestal 12-15 cm. Zilvergrijs of geelachtig; een bijna complete zwarte ring rond de staartwortel; gele buikvinnen andere vinnen licht van kleur; zwarte vlek bij de aanhechting van de borstvinnen. Komt voor in velden zeegras en op zandbodems op een diepte tot 90 m. Leeft in groepjes. Voedt zich met wormen, garnaalachtigen, […]
BRASEM, GESTREEPTE ZEE(Lithognathus mormyrus).
Maximale lengte 55 cm, meestal 25 cm. Zilvergrijs met 14-15 verticale strepen over de flanken; vinnen bruinachtig. Bewoner van zand- en modderbodems in de kustwateren met een maximale diepte van 80 m; trekt ook lagunes binnen. Leeft soms in grote scholen. Vleeseter. Voorkomen/vangst: Atlantische kusten, van Bretagne tot Zuid-Afrika; algemeen in de Middellandse Zee; ook […]
BRASEM, GEWONE ZEE- (Pagrus pagrus).
Maximale lengte 75 cm, meestal 30-35 cm. Zilverroze, kop donkerder, soms hele kleine blauwe stipjes op de bovendelen van de flanken; staartvin donkerroze, de lobben van de staartvin met witte punten; de vinnen zijn rozeachtig. Bewoner van kustwateren tot 250 m diepte (randen van het continentale plat). Vleeseter. In de Atlantische Oceaan is driekwart van […]
BRASEM, GOUD- (Sparus aurata) DORADE.
Maximale lengte 70 cm, meestal 30-35 cm. Hooggebouwd. Zilvergrijs met een grote zwarte vlek bij bet begin van de zijlijn, die zich voortzet op de bovenzijde van de kieuwdeksels; naar onderen gaat de vlek over naar roodachtig; op en over de kop een goudkleurige band die begrensd wordt door een donkerder zone; volwassen exemplaren hebben […]
BRASEM, GROOTOOGTAND- (Dentex macrophthalmus).
Maximale lengte 65 cm, meestal 15-25 cm. Rood, basis van de gestekelde rugvin wit, anaalvin met een smalle witte rand, onderrand van de onderste staartlob wit. Komt voor op diepten van 20-200 m (het grote oog is een aanpassing aan een leven op grotere diepte). Vleeseter. Van de in de Atlantische Oceaan gevangen dieren zijn […]
BRASEM, RODE ZEE- (Pagellus bogaraveo).
Maximale lengte 70 cm, meestal 25-35 cm. Kleur grijsachtig, soms met een rode gloed; grote donkere vlek aan het begin van de zijlijn; soms een donkere vlek bij de aanzet van de borstvinnen; vinnen roze; binnenkant van de bek oranjerood. Leeft in kustwateren tot aan de randen van bet continentale plat, in de Atlantische Oceaan tot […]
BRASEM, ROODBANDZEE- (Pagrus auriga).
Maximale lengte 80 cm, meestal 20-30 cm. Hooggebouwd. Zilverachtig roze met 4-5 donker rode verticale banden; volwassen dieren wijnrood; achterrand kieuwdeksel zwart; rugvin roze-oranje; buikvin rood met zwarte randen; staartvin grijs, aan het einde roze of oranje met een zwarte rand. Kust bewoner tot 170 m diepte. Vleeseter. Voorkomen/vangst: Atlantische kusten, van Gibraltar tot Angola; […]
BRASEM, ROZE TAND- (Dentex gibbosus).
Maximale lengte 1 m, meestal 35-60 cm. Roodzilverachtig met een kleine vlek aan het eind van de rugvin; donkere vlekken in de oksel van de borstvin en op de bovenrand van de kieuwdeksels; staartvin roze met een smalle zwarte zoom. Komt voor in kustwateren met een rotsige bodem, waartussen zand, op een diepte van 20-220 […]