De pannenkoek, prachtig rond, goudgeel van de eieren, glanzend van de stroop, is al heel lang gelden gezien als symbool van de stralende zon of van de volle maan. Als na de lange donkere januari maand de dagen zichtbaar begonnen te lengen. De zon meer draagkracht kreeg ende aarde verwarmde zodat die het zaad kon ontvangen en men naar de maan keek om de juiste tijd voor het zien te berekenen. Dan werd deze duidelijke terugkeer van het licht en de eerde prille lente alom gevierd met een fakkeloptochten en pannenkoeken.
In het oude Rome wijde men omstreeks half februari een licht en vruchtbaarheidsfeest aan de ondeugende natuurgod Pan, waarbij het nogal uitbundig toeging. Dat beviel de jonge christelijk kerk in Rome maar matig. En vond er dan ook iets op om ook dit heidense feest in een wat ingetogen christelijke sfeer om te zetten. Zo stelde paus Gelasius 1 op 2 februari van het jaar 492 het feest van de Maria Lichtmis in, ter herinnering van de reiniging van Maria in de tempel. Veertig dagen na de geboorte van Jezus., zoal beschreven staat in Lucas 1;22. Een oud ritueel volgens joodse wetten, waarbij de priester de moeder na de geboorte van haar kind met een offer (Maria offerde een duif) zuivert.
En zo werd Maric Lichtmis bevestigd wordt met een processie van brandende kaarsen in de kerk, waar de gelovigen elkaar licht doorgeven. In Frankrijk wordt het ook naar de kaarsen, chandelles, genoemd: Candeleur. Een versmelting met twee feesten.
Zonne-pannenkoek
Niet alleen de brandende kaarsen zijn in dit feest bewaard als symbool, ook de zonne-pannenkoeken zijn gebleven. Althans in Vlaanderen en Noord-Frankrijk waar men zich na de kerkdienst uitgebreid te goed doet aan heerlijke, stevige pannenkoeken, met veel eieren erin en honing erop. Aan de gewijde kaarsen wonderkrachten toegedicht. Men legde ze in de voorraadkast in de keuken. In de hoop dat die dan altijd welvoorzien zou zijn. Men brandde een Lichtmiskaars bij dreigend onheil, zoals zwaar onweer. En ook aan het voeteneind van een stervende werd een Lichtmiskaars aangestoken,. Om de reis naar het hiernamaals bij te lichten. ook de pannenkoek ontkwam niet aan symboliek. Men moest hem bij het keren zo hoog mogelijk opgooien, dan zou het graan hoog groeien en de rijkdom eveneens.
In Engeland hoorden pannenkoeken bij de terug kerende lente. Ze werden gebakken tijdens de Vasten, die vaak eind februari begon, zes en halve week voor Pasen. In de 16de en de 17de eeuw at men graag tansies, pannenkoeken met de eerst uitbottende groene blaadjes in het beslag. Zoals de eerste uitspruitsels van sla en bladknoppen van de notenboom (ook die is een vruchtbaarheidssymbool), en vooral de eerste blaadjes van boerenwormkruid, tansy in het Engels. De bittere smaak werd ervaren als symbool van het bittere lijden van Christus. Maar wel werd het beslag goed voorzien van room en eieren.
Pannenkoek en kaviaar
Ook Rusland kende een februari-pannenkoektraditie, stammend uit zeer verre tijden. tijdens de maslentsa, letterlijk: boterdagen, de carnavalsweek voor de Vasten. En bakte men blini, kleine, dikke en luchtige pannenkoekjes die bij de rijke families van het oude Rusland zeer feestelijk waren. Ze werden boven een vlammend houtvuur in het fornuis gebakken in kleine pannetjes van een gistbeslag van 1 deel tarwebloem op 2 delen boekweitmeel. Met dunne room en eieren, waarvan de stijf geslagen eiwitten pas op het laatste moment worden toegevoegd. Ze werden opgediend met dertig tegelijk in een servet in een zilveren schaal. Men bestreek ze met gesmolten botter, dikke zure room en legde er een schep kaviaar op. Ook wel gerookte zalm of steur. En dronk er wodka bij of champagne.
Het is aardig om pannenkoeken te variëren: met rozenwater, rum, cognac of sherry in een beslag. En vooral de bloemgedeelte te gedeeltelijk te vervangen door boekweitmeel en stijfgelagen eiwit toe te voegen op de Russische manier. En geurige honing smaak goed op een pannenkoek maar gerookte sprotjes. Zoals arme mensen op de blini legden, zijn ook heerlijk.
Tegenwoordig leven we in een tijd van overvloed. Bloem is altijd voorradig en we kopen het wanneer we nodig hebben. Koelkasten houden gedurende het hele jaar onze eieren en boter koel en 40 dagen vasten tot Paaszaterdag doen steeds minder mensen. Toch blijft het een mooie traditie om met Maria Lichtmis pannenkoeken te eten. Al is het alleen al om de bewustwording dat het lichter en warmer wordt. Dat we de donkere dagen voelbaar achter ons kunnen laten en het licht – de warme, goudgele, ronde zon – meer gaan zien. Pannenkoeken eten is een mooi, jaarlijks terugkerende traditie om het voorjaar te vieren!
18 maart Pannenkoekdag
Sint Pannekoek?
Sint Pannekoek is een van oorsprong Rotterdamse traditie en wordt ieder jaar, door heel het land, gevierd op 29 november. Je legt een pannenkoek op je hoofd en zegt: ‘Wij wensen u een vrolijke en gezegende Sint Pannekoek!’ De traditie wordt als eerste vermeld in 1986 in de bekende strip ‘Jan, Jans en de kinderen’ (getekend door Jan Kruis). Op Sint Pannekoek bakt de vrouw des huizes een grote stapel pannenkoeken. Wanneer de heer des huizes ’s avonds thuiskomt, heeft iedereen een pannenkoek op zijn hoofd. Zij roepen hem tegelijkertijd toe: “Een vrolijke en gezegende Sint Pannekoek!” Tegenwoordig zijn er allerlei varianten in gebruik om dit feest te vieren. De gewoonte om een pannenkoek op het hoofd te leggen is echter gelijk gebleven. Inmiddels is bekend dat de oorsprong van dit feest nog veel ouder is. Sint Pannekoek is ontstaan in 1899. Dit feest verwijst naar een bijzondere gebeurtenis in de twaalfde eeuw in een klooster langs de Rotte waar nu Kralingen ligt. |